Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Wijzigingen in de woonruimtevoorraad
§ 3. Verlening van de vergunning
Artikel 26

Artikel 26

Laatste versie

1. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning als bedoeld in artikel 21, artikel 22, eerste lid, of artikel 23c, eerste lid intrekken indien:

a. de houder van die vergunning niet binnen een jaar nadat die vergunning onherroepelijk is geworden is overgegaan tot:

1°. onttrekking als bedoeld in artikel 21, onderdeel a; 2°. samenvoeging als bedoeld in artikel 21, onderdeel b; 3°. omzetting als bedoeld in artikel 21, onderdeel c; 4°. verbouwing als bedoeld in artikel 21, onderdeel d; 5°. onderscheidenlijk tot inschrijving in de openbare registers van de akte van splitsing in appartementsrechten, bedoeld in artikel 109 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten, of 6°. toeristische verhuring als bedoeld in artikel 23c, eerste lid;

b. die vergunning is verleend op grond van door de houder van die vergunning verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren, of c. de voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 24, niet worden nageleefd.

2. De vergunning, bedoeld in artikel 21, artikel 22, eerste lid, of artikel 23c, eerste lid, kan voorts worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

3. Voordat toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

5 uitspraken gevonden
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3706 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:37066 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4419 - Afdeling halveert boete vakantieverhuur wegens gebrek aan evenredigheid - 17 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:441917 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Afdeling oordeelt dat een boete van € 3.000,00 voor een eerste administratieve overtreding van de vergunning- en meldplicht voor vakantieverhuur onevenredig is. Ondanks het belang van afschrikking, wordt de boete gematigd tot een passend en geboden bedrag van € 1.500,00 voor een particuliere overtreder.

BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Civiel RechtHuurrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4232 - Raad van State - 3 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:42323 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4138 - Raad van State - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:413827 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht, Omgevingsrecht
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:3693 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:36936 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht, Omgevingsrecht