Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Wetgeving en bestuur
§ 2. Overige bepalingen
Artikel 91

Artikel 91 (Verdragsgoedkeuring Staten-Generaal Grondwetsafwijking)

Laatste versie

1. Het Koninkrijk wordt niet aan verdragen gebonden en deze worden niet opgezegd zonder voorafgaande goedkeuring van de Staten-Generaal. De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring is vereist.

2. De wet bepaalt de wijze waarop de goedkeuring wordt verleend en kan voorzien in stilzwijgende goedkeuring.

3. Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het Koninkrijk wordt niet aan verdragen gebonden en deze worden niet opgezegd zonder voorafgaande goedkeuring van de Staten-Generaal. De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring is vereist.

Dit lid stelt dat het Koninkrijk niet aan verdragen gebonden wordt en dat deze verdragen niet worden opgezegd, zonder dat de Staten-Generaal hieraan voorafgaand hun goedkeuring hebben verleend. De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring vereist is.

2. De wet bepaalt de wijze waarop de goedkeuring wordt verleend en kan voorzien in stilzwijgende goedkeuring.

Dit lid geeft aan dat de wet de wijze vaststelt waarop de goedkeuring wordt verleend. De wet kan ook voorzien in de mogelijkheid van stilzwijgende goedkeuring.

3. Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Dit lid specificeert dat indien een verdrag bepalingen bevat die afwijken van de Grondwet, of die tot zulk afwijken noodzaken, de kamers (Eerste en Tweede Kamer) de goedkeuring slechts kunnen verlenen met een meerderheid van ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.