Artikel 60 (Eedaflegging Kamerleden zuivering trouw Grondwet)
Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de leden van de kamers bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt.
Uitleg in duidelijke taal
Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de leden van de kamers bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt.
Dit artikel bepaalt dat de leden van de kamers (Eerste en Tweede Kamer) bij de aanvaarding van hun ambt een eed, of een verklaring en belofte, van zuivering moeten afleggen. Dit moet gebeuren in de vergadering en op de wijze die bij de wet is voorgeschreven. Bovendien moeten zij zweren of beloven trouw te zullen zijn aan de Grondwet en hun ambt getrouw te zullen vervullen.