Artikel 57 (Onverenigbare functies leden Staten-Generaal)
1. Niemand kan lid van beide kamers zijn.
2. Een lid van de Staten-Generaal kan niet tevens zijn minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman of substituut-ombudsman, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad.
3. Niettemin kan een minister of staatssecretaris, die zijn ambt ter beschikking heeft gesteld, dit ambt verenigen met het lidmaatschap van de Staten-Generaal, totdat omtrent die beschikbaarstelling is beslist.
4. De wet kan ten aanzien van andere openbare betrekkingen bepalen dat zij niet gelijktijdig met het lidmaatschap van de Staten-Generaal of van een der kamers kunnen worden uitgeoefend.
Uitleg in duidelijke taal
1. Niemand kan lid van beide kamers zijn.
Dit betekent letterlijk dat een persoon niet tegelijkertijd lid kan zijn van zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer.
2. Een lid van de Staten-Generaal kan niet tevens zijn minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman of substituut-ombudsman, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad.
Dit lid bepaalt dat een lid van de Staten-Generaal (dat wil zeggen, een lid van de Eerste of Tweede Kamer) niet gelijktijdig de volgende ambten of functies mag bekleden: minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman, substituut-ombudsman, of lid van de Hoge Raad, dan wel procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad.
3. Niettemin kan een minister of staatssecretaris, die zijn ambt ter beschikking heeft gesteld, dit ambt verenigen met het lidmaatschap van de Staten-Generaal, totdat omtrent die beschikbaarstelling is beslist.
Dit lid maakt een uitzondering op de voorgaande regel: een minister of staatssecretaris die zijn functie heeft aangeboden voor ontslag (zijn ambt ter beschikking heeft gesteld), mag deze functie wel combineren met het lidmaatschap van de Staten-Generaal. Deze combinatie is echter alleen toegestaan tot het moment dat er een definitieve beslissing is genomen over het aangeboden ontslag.
4. De wet kan ten aanzien van andere openbare betrekkingen bepalen dat zij niet gelijktijdig met het lidmaatschap van de Staten-Generaal of van een der kamers kunnen worden uitgeoefend.
Dit lid stelt dat de wet kan bepalen dat ook andere openbare functies (openbare betrekkingen) niet tegelijkertijd uitgeoefend mogen worden met het lidmaatschap van de Staten-Generaal (dus zowel de Eerste als de Tweede Kamer) of met het lidmaatschap van één van beide kamers afzonderlijk.