Artikel 2 (Nationaliteit, vreemdelingen, uitlevering, landverlating)
1. De wet regelt wie Nederlander is.
2. De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen.
3. Uitlevering kan slechts geschieden krachtens verdrag. Verdere voorschriften omtrent uitlevering worden bij de wet gegeven.
4. Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen, bij de wet bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. De wet regelt wie Nederlander is.
Dit betekent dat de wet bepaalt welke personen als Nederlander worden beschouwd.
2. De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen.
Dit houdt in dat de wet de voorwaarden vaststelt voor het toelaten van vreemdelingen tot Nederland en voor hun uitzetting uit Nederland.
3. Uitlevering kan slechts geschieden krachtens verdrag. Verdere voorschriften omtrent uitlevering worden bij de wet gegeven.
Dit betekent dat een persoon alleen aan een ander land kan worden overgedragen (uitlevering) als dit op basis van een verdrag (krachtens verdrag) gebeurt. Aanvullende regels (verdere voorschriften) over uitlevering worden in de wet vastgelegd.
4. Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen, bij de wet bepaald.
Dit houdt in dat elke persoon het recht heeft om Nederland te verlaten, tenzij (behoudens) er specifieke situaties zijn die in de wet zijn vastgelegd waarin dit recht beperkt wordt.