Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Grondrechten
Artikel 17

Artikel 17 (Recht op eerlijk proces en wettelijke rechter)

Laatste versie

1. Ieder heeft bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

2. Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.

Uitleg in duidelijke taal

1. Ieder heeft bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Dit artikelonderdeel betekent dat elke persoon het recht heeft op een eerlijk proces wanneer zijn of haar rechten en verplichtingen worden vastgesteld, of wanneer wordt beoordeeld of een tegen hem of haar ingestelde vervolging gegrond is. Dit proces dient te geschieden binnen een redelijke termijn en voor een rechter die onafhankelijk en onpartijdig is.

2. Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.

Dit artikelonderdeel betekent dat geen enkele persoon, tegen zijn of haar eigen wil, kan worden verhinderd om zijn of haar zaak te laten behandelen door de rechter die volgens de wet bevoegd is voor die specifieke zaak.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW6135

ECLI:NL:HR:2012:BW613521 september 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1731 - Ambtshalve toetsing door de verlofrechter bij arbitrale vonnissen in consumentenzaken

ECLI:NL:HR:2019:17318 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de voorzieningenrechter die verlof verleent voor een arbitraal vonnis tegen een consument, ambtshalve moet toetsen op oneerlijke bedingen (EU-recht) en de naleving van de keuzetermijn voor de overheidsrechter (art. 6:236n BW). Een marginale toets volstaat niet.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO3143

ECLI:NL:HR:2004:AO31436 februari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF0136

ECLI:NL:HR:2003:AF013617 januari 2003Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:151

ECLI:NL:HR:2024:1512 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AA2645

ECLI:NL:HR:1999:AA264520 januari 1999Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2004:AN8484

ECLI:NL:HR:2004:AN84846 februari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak