Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Grondrechten
Artikel 13

Artikel 13 (Brief- en telecommunicatiegeheim)

Laatste versie

1. Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim.

2. Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaald met machtiging van de rechter of, in het belang van de nationale veiligheid, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim.

Dit lid stelt dat iedere persoon (Ieder) het recht heeft dat de geheimhouding van zijn brieven en telecommunicatie (zijn brief- en telecommunicatiegeheim) wordt gerespecteerd (eerbiediging).

2. Beperking van dit recht is mogelijk in de gevallen bij de wet bepaald met machtiging van de rechter of, in het belang van de nationale veiligheid, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

Dit lid geeft aan dat een beperking van het in lid 1 genoemde recht (het recht op eerbiediging van brief- en telecommunicatiegeheim) toegestaan (mogelijk) is. Een dergelijke beperking mag alleen plaatsvinden:

  • in de gevallen die bij de wet bepaald zijn én met machtiging van de rechter;
  • óf, in het belang van de nationale veiligheid, mag de beperking ook geschieden door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.