Artikel 67 (Kamers quorum besluitvorming en stemmen)
1. De kamers mogen elk afzonderlijk en in verenigde vergadering alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden ter vergadering aanwezig is.
2. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
3. De leden stemmen zonder last.
4. Over zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, wanneer één lid dit verlangt.
Uitleg in duidelijke taal
1. De kamers mogen elk afzonderlijk en in verenigde vergadering alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden ter vergadering aanwezig is.
Dit onderdeel stelt dat de Eerste en Tweede Kamer (de kamers), zowel wanneer zij afzonderlijk vergaderen als wanneer zij in een verenigde vergadering bijeenkomen, uitsluitend mogen beraadslagen of besluiten indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft (zitting hebbende leden) ook daadwerkelijk bij de vergadering aanwezig is.
2. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Dit onderdeel bepaalt dat besluiten worden genomen op basis van een meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
3. De leden stemmen zonder last.
Dit onderdeel houdt in dat de leden van de kamers stemmen zonder gebonden te zijn aan een opdracht of instructie van anderen (zonder last).
4. Over zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, wanneer één lid dit verlangt.
Dit onderdeel regelt dat over zaken mondeling wordt gestemd, waarbij elk lid hoofdelijk wordt opgeroepen om zijn of haar stem uit te brengen (bij hoofdelijke oproeping gestemd), mits ten minste één lid hierom verzoekt (wanneer één lid dit verlangt).