Terug naar bibliotheek
Titel II. De inrichting en samenstelling van het gemeentebestuur
Hoofdstuk II. De raad
Artikel 32

Artikel 32 (Hoofdelijke stemmingen en staking van stemmen raad)

Laatste versie

1. De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

2. Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.

3. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

4. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

5. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

6. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

Uitleg in duidelijke taal

1. De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

Dit lid bepaalt dat andere stemmingen dan die welke niet anders geregeld zijn, plaatsvinden door middel van hoofdelijke oproeping, op voorwaarde dat de voorzitter of een van de leden hierom verzoekt. Als dit het geval is, vinden deze stemmingen mondeling plaats.

2. Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.

Dit lid stelt dat wanneer er een hoofdelijke oproeping is, elk lid dat aanwezig is bij de vergadering en zich niet dient te onthouden van deelname aan de stemming, verplicht is om een stem uit te brengen, ofwel 'voor' ofwel 'tegen' het voorstel.

3. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

Dit lid geeft aan dat een voorstel als aangenomen wordt beschouwd wanneer er geen verzoek tot stemming over dat voorstel wordt gedaan.

4. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

Dit lid bepaalt dat, uitgezonderd de situatie waarin de vergadering voltallig is, het nemen van een besluit wordt uitgesteld tot een volgende vergadering indien de stemmen staken. In die volgende vergadering kunnen de beraadslagingen over het betreffende onderwerp opnieuw worden gevoerd.

5. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

Dit lid stelt dat als de stemmen staken in een vergadering die voltallig is, of in een vergadering die opnieuw is bijeengeroepen conform de bepalingen van het vierde lid, het desbetreffende voorstel als niet aangenomen wordt beschouwd.

6. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

Dit lid definieert wat onder een 'voltallige vergadering' wordt begrepen: een vergadering waarbij alle leden die deel uitmaken van de raad, en die zich niet van deelname aan de stemming dienden te onthouden, daadwerkelijk een stem hebben uitgebracht.