Terug naar bibliotheek
Titel V. Aanvullende bepalingen inzake het toezicht op het gemeentebestuur
Hoofdstuk XVII. Schorsing en vernietiging
Artikel 273

Artikel 273 (Mededelingsplicht burgemeester schorsing vernietiging)

Laatste versie

1. Indien een besluit naar het oordeel van de burgemeester voor vernietiging in aanmerking komt, doet hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van gedeputeerde staten, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast.

2. Gedeputeerde staten zenden de stukken, vergezeld van hun advies, binnen een week na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester toe aan Onze Minister wie het aangaat.

3. Het besluit ten aanzien waarvan het eerste lid toepassing heeft gevonden, wordt niet of niet verder uitgevoerd, voordat van Onze Minister wie het aangaat de mededeling is ontvangen, dat voor schorsing of vernietiging geen redenen bestaan. Indien het besluit niet binnen vier weken na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester is geschorst of vernietigd, wordt het uitgevoerd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een besluit naar het oordeel van de burgemeester voor vernietiging in aanmerking komt, doet hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van gedeputeerde staten, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast.

Dit lid bepaalt dat als de burgemeester van oordeel is dat een besluit voor vernietiging in aanmerking komt, hij daarvan mededeling doet. Deze mededeling moet binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, plaatsvinden, door tussenkomst van gedeputeerde staten, aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zo nodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast.

2. Gedeputeerde staten zenden de stukken, vergezeld van hun advies, binnen een week na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester toe aan Onze Minister wie het aangaat.

Dit lid legt vast dat gedeputeerde staten de stukken, vergezeld van hun advies, moeten toezenden aan Onze Minister wie het aangaat. Dit moet gebeuren binnen een week na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester.

3. Het besluit ten aanzien waarvan het eerste lid toepassing heeft gevonden, wordt niet of niet verder uitgevoerd, voordat van Onze Minister wie het aangaat de mededeling is ontvangen, dat voor schorsing of vernietiging geen redenen bestaan. Indien het besluit niet binnen vier weken na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester is geschorst of vernietigd, wordt het uitgevoerd.

Dit lid stelt dat het besluit, waarvoor de procedure uit het eerste lid is gestart, niet of niet verder uitgevoerd wordt. Dit is het geval totdat van Onze Minister wie het aangaat de mededeling is ontvangen dat er voor schorsing of vernietiging geen redenen bestaan. Indien dat besluit niet binnen vier weken na de dagtekening van de mededeling van de burgemeester is geschorst of vernietigd, dan wordt het alsnog uitgevoerd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad108x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:169

ECLI:NL:HR:2020:16931 januari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1992:ZC5032

ECLI:NL:HR:1992:ZC50328 juli 1992Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1995:AA1634

ECLI:NL:HR:1995:AA163431 mei 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1979:AB7440

ECLI:NL:HR:1979:AB74407 maart 1979Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1992:ZC5030

ECLI:NL:HR:1992:ZC50308 juli 1992Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1982:AW9563

ECLI:NL:HR:1982:AW956310 maart 1982Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:BI5433

ECLI:NL:HR:1996:BI54335 juni 1996Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1988:ZC3748

ECLI:NL:HR:1988:ZC374827 januari 1988Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1997:AA2223

ECLI:NL:HR:1997:AA22238 juli 1997Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtGoederenrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1980:AW9837

ECLI:NL:HR:1980:AW983717 december 1980Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen