Terug naar bibliotheek
Titel IV. De financiën van de gemeente
Hoofdstuk XV. De gemeentelijke belastingen
§ 4. Heffing en invordering
Artikel 235

Artikel 235 (Wielklem naheffingsaanslag gemeentelijke belastingen)

Laatste versie

1. Bij de belastingverordening, bedoeld in artikel 225, eerste lid, onder a, kan worden bepaald dat terstond nadat het aanslagbiljet aan de belastingschuldige is uitgereikt dan wel terstond nadat het aanslagbiljet, overeenkomstig artikel 234, zevende lid, aan het voertuig is aangebracht, de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd is tot zekerheid van de betaling van de naheffingsaanslag, bedoeld in artikel 234, derde lid, aan het voertuig een mechanisch hulpmiddel, hierna te noemen: wielklem, te doen aanbrengen, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.

2. Bij de belastingverordening dan wel krachtens de belastingverordening in de daarin aangewezen gevallen door het college worden de terreinen of weggedeelten aangewezen waar de wielklem wordt toegepast.

3. Ter zake van het aanbrengen alsmede van het verwijderen van de wielklem worden kosten in rekening gebracht.

4. De wielklem wordt niet verwijderd dan nadat de naheffingsaanslag alsmede de kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Na deze voldoening vindt de verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats.

5. Na afloop van een in de belastingverordening te bepalen termijn, die ten minste 24 uren bedraagt na aanbrenging van de wielklem, is de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd het voertuig naar een door hem aangewezen plaats te doen overbrengen en in bewaring te doen stellen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde overbrenging en bewaring wordt procesverbaal opgemaakt en worden kosten in rekening gebracht.

6. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar draagt er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gemaakt van de gevallen waarin de in het vijfde lid bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend.

7. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar draagt zorg voor de bewaring van de ingevolge het vijfde lid in bewaring gestelde voertuigen.

8. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar geeft het voertuig terug aan de rechthebbende, nadat de naheffingsaanslag, de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en de kosten van overbrenging en bewaring zijn voldaan.

9. Wanneer het voertuig binnen 48 uren na het in bewaring stellen niet is afgehaald, geeft de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar zo mogelijk binnen zeven dagen van de overbrenging en bewaring kennis:

a. indien het voertuig een motorrijtuig is, dat een kenteken voert als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, aan degene aan wie dat kenteken is opgegeven; b. indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan, aan degene die aangifte heeft gedaan; c. in nader door Onze Minister te bepalen gevallen op de daarbij aangegeven wijze.

10. De kosten van opsporing van degene aan wie de kennisgeving wordt gezonden en die van het doen van de kennisgeving worden voor de toepassing van dit artikel gerekend tot de kosten van overbrenging en bewaring.

11. Wanneer het voertuig binnen drie maanden na het in bewaring stellen niet is afgehaald, is de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd het te verkopen of, indien verkoop naar hun oordeel niet mogelijk is, het voertuig om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. Gelijke bevoegdheid heeft de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar ook binnen die termijn, zodra het gezamenlijke bedrag van de naheffingsaanslag, de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en de kosten van overbrenging en bewaring, vermeerderd met de voor de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of de vernietiging geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van het voertuig naar zijn mening onevenredig hoog zou worden. Verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging vindt niet plaats binnen twee weken nadat de kennisgeving als bedoeld in het negende lid is uitgegaan. Voor de toepassing van de volgende leden worden de kosten van verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging gerekend tot de kosten van overbrenging en bewaring.

12. Gedurende drie jaren na het tijdstip van de verkoop heeft degene, die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van het voertuig, met dien verstande dat eerst de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en van het overbrengen en bewaren van het voertuig en vervolgens de naheffingsaanslag met die opbrengst worden verrekend. Na het verstrijken van die termijn vervalt het eventueel batige saldo aan de gemeente.

13. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van berekening van de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en van het overbrengen en bewaren van het voertuig. In de belastingverordening wordt bepaald tot welke bedragen de kosten in rekening worden gebracht.

14. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar stelt het bedrag van de in rekening te brengen kosten vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

15. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de overbrenging, bewaring, verkoop, eigendomsoverdracht om niet en vernietiging, het inrichten en aanhouden van het in het zesde lid bedoelde register, alsmede omtrent hetgeen verder voor de uitvoering van dit artikel noodzakelijk is.

16. Indien aantoonbaar is dat door het aanbrengen of het verwijderen van de wielklem dan wel tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente gehouden deze schade te vergoeden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij de belastingverordening, bedoeld in artikel 225, eerste lid, onder a, kan worden bepaald dat terstond nadat het aanslagbiljet aan de belastingschuldige is uitgereikt dan wel terstond nadat het aanslagbiljet, overeenkomstig artikel 234, zevende lid, aan het voertuig is aangebracht, de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd is tot zekerheid van de betaling van de naheffingsaanslag, bedoeld in artikel 234, derde lid, aan het voertuig een mechanisch hulpmiddel, hierna te noemen: wielklem, te doen aanbrengen, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.

Dit betekent dat in de belastingverordening, zoals genoemd in artikel 225, eerste lid, onderdeel a, kan worden vastgelegd dat de gemeenteambtenaar, genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bevoegd is een wielklem aan een voertuig te laten aanbrengen. Dit mag gebeuren direct nadat het aanslagbiljet aan de belastingschuldige is gegeven, of direct nadat het aanslagbiljet volgens artikel 234, zevende lid, aan het voertuig is bevestigd. Het doel van de wielklem is te verzekeren dat de naheffingsaanslag, zoals bedoeld in artikel 234, derde lid, wordt betaald, doordat de wielklem voorkomt dat het voertuig kan worden weggereden.

2. Bij de belastingverordening dan wel krachtens de belastingverordening in de daarin aangewezen gevallen door het college worden de terreinen of weggedeelten aangewezen waar de wielklem wordt toegepast.

Dit houdt in dat de belastingverordening zelf, of het college van burgemeester en wethouders op basis van de bevoegdheid die de belastingverordening daartoe geeft, de specifieke terreinen of weggedeelten aanwijst waar de wielklem mag worden gebruikt.

3. Ter zake van het aanbrengen alsmede van het verwijderen van de wielklem worden kosten in rekening gebracht.

Dit betekent dat er kosten worden berekend voor zowel het plaatsen als het weghalen van de wielklem.

4. De wielklem wordt niet verwijderd dan nadat de naheffingsaanslag alsmede de kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Na deze voldoening vindt de verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats.

Dit stelt dat de wielklem pas wordt weggehaald nadat de naheffingsaanslag en de kosten voor het aanbrengen en verwijderen van de wielklem zijn betaald. Zodra aan deze betalingsverplichting is voldaan, wordt de wielklem zo snel mogelijk verwijderd.

5. Na afloop van een in de belastingverordening te bepalen termijn, die ten minste 24 uren bedraagt na aanbrenging van de wielklem, is de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd het voertuig naar een door hem aangewezen plaats te doen overbrengen en in bewaring te doen stellen. Ter zake van de in de eerste volzin bedoelde overbrenging en bewaring wordt procesverbaal opgemaakt en worden kosten in rekening gebracht.

Dit betekent dat nadat een in de belastingverordening vastgestelde periode is verstreken, die minimaal 24 uur na het aanbrengen van de wielklem moet zijn, de gemeenteambtenaar (genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b) het recht heeft het voertuig te laten verplaatsen naar een door hem aangewezen locatie en het daar in bewaring te laten nemen. Voor deze overbrenging en bewaring wordt een officieel verslag (procesverbaal) opgemaakt en worden kosten berekend.

6. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar draagt er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gemaakt van de gevallen waarin de in het vijfde lid bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend.

Dit houdt in dat de genoemde gemeenteambtenaar ervoor moet zorgen dat alle gevallen waarin de bevoegdheid tot overbrenging en inbewaringstelling (zoals beschreven in lid 5) wordt gebruikt, worden genoteerd in een speciaal daarvoor bestemd register.

7. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar draagt zorg voor de bewaring van de ingevolge het vijfde lid in bewaring gestelde voertuigen.

Dit betekent dat de genoemde gemeenteambtenaar verantwoordelijk is voor de opslag en het beheer van de voertuigen die op basis van lid 5 in bewaring zijn genomen.

8. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar geeft het voertuig terug aan de rechthebbende, nadat de naheffingsaanslag, de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en de kosten van overbrenging en bewaring zijn voldaan.

Dit stelt dat de genoemde gemeenteambtenaar het voertuig pas teruggeeft aan de persoon die er recht op heeft (de rechthebbende) nadat de naheffingsaanslag, de kosten voor de wielklem (aanbrengen en verwijderen), en de kosten voor het overbrengen en bewaren van het voertuig zijn betaald.

9. Wanneer het voertuig binnen 48 uren na het in bewaring stellen niet is afgehaald, geeft de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar zo mogelijk binnen zeven dagen van de overbrenging en bewaring kennis:

Dit betekent dat als het voertuig niet binnen 48 uur nadat het in bewaring is genomen, is opgehaald, de genoemde gemeenteambtenaar, indien mogelijk binnen zeven dagen, een kennisgeving stuurt over de overbrenging en bewaring aan:

a. indien het voertuig een motorrijtuig is, dat een kenteken voert als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, aan degene aan wie dat kenteken is opgegeven;

Dit specificeert dat, als het voertuig een motorrijtuig is met een kenteken zoals omschreven in artikel 36, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de kennisgeving wordt gestuurd aan de persoon op wiens naam het kenteken geregistreerd staat.

b. indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan, aan degene die aangifte heeft gedaan;

Dit voegt toe dat, als er aangifte is gedaan van vermissing van het voertuig, de kennisgeving wordt gestuurd aan de persoon die de aangifte heeft gedaan.

c. in nader door Onze Minister te bepalen gevallen op de daarbij aangegeven wijze.

Dit stelt dat in gevallen die nader door Onze Minister worden bepaald, de kennisgeving plaatsvindt op de manier die daarbij wordt aangegeven.

10. De kosten van opsporing van degene aan wie de kennisgeving wordt gezonden en die van het doen van de kennisgeving worden voor de toepassing van dit artikel gerekend tot de kosten van overbrenging en bewaring.

Dit betekent dat de kosten die gemaakt worden om de persoon te vinden aan wie de kennisgeving gestuurd moet worden, en de kosten voor het versturen van die kennisgeving zelf, worden beschouwd als onderdeel van de totale kosten van overbrenging en bewaring van het voertuig.

11. Wanneer het voertuig binnen drie maanden na het in bewaring stellen niet is afgehaald, is de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar bevoegd het te verkopen of, indien verkoop naar hun oordeel niet mogelijk is, het voertuig om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. Gelijke bevoegdheid heeft de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar ook binnen die termijn, zodra het gezamenlijke bedrag van de naheffingsaanslag, de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en de kosten van overbrenging en bewaring, vermeerderd met de voor de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of de vernietiging geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van het voertuig naar zijn mening onevenredig hoog zou worden. Verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging vindt niet plaats binnen twee weken nadat de kennisgeving als bedoeld in het negende lid is uitgegaan. Voor de toepassing van de volgende leden worden de kosten van verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging gerekend tot de kosten van overbrenging en bewaring.

Dit stelt dat als het voertuig niet binnen drie maanden na inbewaringstelling is opgehaald, de genoemde gemeenteambtenaar het recht heeft het voertuig te verkopen. Als verkoop volgens het oordeel van de ambtenaar niet mogelijk is, mag het voertuig gratis aan een derde worden gegeven (eigendomsoverdracht om niet) of worden vernietigd. De gemeenteambtenaar heeft deze bevoegdheid ook al binnen die termijn van drie maanden, als het totaalbedrag van de naheffingsaanslag, de kosten van de wielklem, de kosten van overbrenging en bewaring, plus de geschatte kosten voor verkoop, gratis overdracht of vernietiging, naar zijn mening onevenredig hoog wordt in vergelijking met de waarde van het voertuig. Verkoop, gratis overdracht of vernietiging mag pas plaatsvinden twee weken nadat de kennisgeving (zoals bedoeld in lid 9) is verstuurd. Voor de toepassing van de volgende leden worden de kosten van verkoop, gratis eigendomsoverdracht of vernietiging ook gerekend tot de kosten van overbrenging en bewaring.

12. Gedurende drie jaren na het tijdstip van de verkoop heeft degene, die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van het voertuig, met dien verstande dat eerst de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en van het overbrengen en bewaren van het voertuig en vervolgens de naheffingsaanslag met die opbrengst worden verrekend. Na het verstrijken van die termijn vervalt het eventueel batige saldo aan de gemeente.

Dit betekent dat de persoon die eigenaar was op het moment van verkoop, gedurende drie jaar na de verkoop recht heeft op de opbrengst van het voertuig. Echter, van deze opbrengst worden eerst de kosten van de wielklem, de kosten van overbrenging en bewaring, en daarna de naheffingsaanslag afgetrokken (verrekend). Als er na deze verrekeningen en na het verstrijken van de termijn van drie jaar nog geld over is (batig saldo), dan komt dit toe aan de gemeente.

13. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van berekening van de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem en van het overbrengen en bewaren van het voertuig. In de belastingverordening wordt bepaald tot welke bedragen de kosten in rekening worden gebracht.

Dit stelt dat er via een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) regels worden vastgesteld over hoe de kosten voor de wielklem (aanbrengen en verwijderen) en voor het overbrengen en bewaren van het voertuig moeten worden berekend. De belastingverordening zelf bepaalt vervolgens de concrete hoogte van de bedragen die in rekening worden gebracht.

14. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar stelt het bedrag van de in rekening te brengen kosten vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Dit betekent dat de genoemde gemeenteambtenaar het bedrag van de kosten die in rekening worden gebracht, vaststelt door middel van een formele beslissing (beschikking) waartegen bezwaar kan worden gemaakt.

15. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de overbrenging, bewaring, verkoop, eigendomsoverdracht om niet en vernietiging, het inrichten en aanhouden van het in het zesde lid bedoelde register, alsmede omtrent hetgeen verder voor de uitvoering van dit artikel noodzakelijk is.

Dit stelt dat er via een algemene maatregel van bestuur, of op basis van de bevoegdheid die zo'n maatregel geeft, regels worden vastgesteld over de procedures voor overbrenging, bewaring, verkoop, gratis eigendomsoverdracht en vernietiging van voertuigen. Ook worden regels gesteld voor het opzetten en bijhouden van het register dat in lid 6 wordt genoemd, en voor alle andere zaken die nodig zijn om dit artikel goed uit te voeren.

16. Indien aantoonbaar is dat door het aanbrengen of het verwijderen van de wielklem dan wel tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente gehouden deze schade te vergoeden.

Dit betekent dat als bewezen kan worden dat er schade aan het voertuig is ontstaan door het plaatsen of weghalen van de wielklem, of tijdens het overbrengen en bewaren van het voertuig, de gemeente verplicht is deze schade te vergoeden.