Terug naar bibliotheek
Titel IV. De financiën van de gemeente
Hoofdstuk XV. De gemeentelijke belastingen
§ 3. Bijzondere bepalingen omtrent de andere belastingen dan de onroerende-zaakbelastingen
Artikel 228a

Artikel 228a (Rioolheffing kosten afvalwater hemelwater grondwater)

Laatste versie

1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven.

3. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit dat fonds.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

Dit betekent dat een gemeente een belasting, genaamd rioolheffing, mag opleggen. Deze heffing is bedoeld om de kosten te dekken die de gemeente maakt voor specifieke taken gerelateerd aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en

Dit specificeert dat de kosten betrekking hebben op het verzamelen (de inzameling) en vervoeren (het transport) van afvalwater afkomstig van huishoudens (huishoudelijk afvalwater) en bedrijven (bedrijfsafvalwater). Daarnaast vallen hieronder de kosten voor het schoonmaken (de zuivering) van het huishoudelijk afvalwater.

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Dit voegt toe dat de kosten ook betrekking hebben op het opvangen (de inzameling) van regenwater dat van oppervlakken afstroomt (afvloeiend hemelwater) en de verdere behandeling (de verwerking) van dit ingezamelde regenwater. Verder omvat het de kosten voor maatregelen die de gemeente neemt om langdurige (structureel) nadelige gevolgen van de hoogte van het grondwater (de grondwaterstand) voor het gebruik van de grond (de aan de grond gegeven bestemming) zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

2. Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven.

Dit lid stelt dat de gemeente ervoor kan kiezen om voor de kosten genoemd in het eerste lid, onderdelen a (betreffende afvalwater) en b (betreffende hemelwater en grondwatermaatregelen), twee aparte (afzonderlijke) belastingen op te leggen.

3. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit dat fonds.

Dit betekent dat tot de kosten, zoals genoemd in het eerste lid, ook de omzetbelasting wordt gerekend waarvoor de gemeente, op basis van de Wet op het BTW-compensatiefonds, recht heeft op een financiële tegemoetkoming (een bijdrage) uit dat specifieke fonds.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2495

ECLI:NL:HR:2016:24954 november 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3082

ECLI:NL:HR:2017:30828 december 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1016

ECLI:NL:HR:2019:101621 juni 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1020

ECLI:NL:HR:2019:102021 juni 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1188

ECLI:NL:HR:2021:11886 augustus 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1424

ECLI:NL:HR:2019:142427 september 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:253

ECLI:NL:HR:2017:25317 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:349

ECLI:NL:HR:2019:34915 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:600

ECLI:NL:HR:2017:6007 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2019:351

ECLI:NL:HR:2019:35115 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak