Artikel 220e (Afwijking heffingsmaatstaf OZB voor woningdelen)
In afwijking van artikel 220c wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelasting bedoeld in artikel 220, onderdeel a, buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Uitleg in duidelijke taal
In afwijking van artikel 220c wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelasting bedoeld in artikel 220, onderdeel a, buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Dit artikel bepaalt dat, afwijkend van artikel 220c, bij de vaststelling van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelasting (zoals bedoeld in artikel 220, onderdeel a), de waarde van die gedeelten van de onroerende zaak niet wordt meegerekend (buiten aanmerking gelaten) die hoofdzakelijk (in hoofdzaak) bestemd zijn om als woning te dienen of hoofdzakelijk (in hoofdzaak) ondersteunend zijn aan (dienstbaar zijn aan) woondoeleinden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:1125 - OZB-vrijstelling verpleeghuizen: de Hoge Raad geeft praktisch werkbare uitgangspunten - 14 november 2013
De Hoge Raad stelt vast dat voor de OZB-gebruikersvrijstelling, ruimten in een verpleeghuis als woondelen kwalificeren als zij functies zoals slapen, eten en dagbesteding vervullen. Beperkingen in privacy of vrijheid doen hier niet aan af. De mate van zorgverlening in die ruimten is niet relevant.
ECLI:NL:HR:2014:1326 - OZB: Onderscheid tussen 'woning' en 'gedeelte dienend tot woning' - 5 juni 2014
Een woonzorgcentrum kwalificeert als niet-woning voor de OZB als minder dan 70% van de zaak tot woning dient. Voor de heffingsmaatstaf (art. 220e Gemeentewet) worden verkeersruimten, zoals hoofdentrees, wel meegerekend als delen die dienstbaar zijn aan woondoeleinden, wat de belastinggrondslag kan verminderen.
ECLI:NL:HR:2022:770 - Kwalificatie gezamenlijke woonkamers in woonzorgcentrum voor OZB - 26 mei 2022
De vraag of een gezamenlijke woonkamer in een woonzorgcentrum voor de OZB dient tot woning, wordt beantwoord aan de hand van het geschiktheidscriterium. Beslissend is of de ruimte naar aard en inrichting bestemd en geschikt is om duurzaam voor menselijke bewoning te dienen, ongeacht het feitelijk gebruik.
ECLI:NL:GHDHA:2024:248 - Gerechtshof Den Haag - 30 januari 2024
ECLI:NL:HR:2013:1126 - Verpleeghuizen en de OZB-vrijstelling voor woondelen: praktische uitgangspunten - 14 november 2013
De Hoge Raad stelt praktische regels vast om te bepalen welke delen van verpleeghuizen voor de OZB-gebruikersbelasting in hoofdzaak tot woning dienen. Het duurzame verblijf is doorslaggevend, niet de mate van privacy of zorgintensiteit. Ruimten voor dagbesteding, slapen, wassen en eten kwalificeren als woongedeelte.
ECLI:NL:HR:2011:BU5656 - Anti-kraak en OZB: wie is gebruiker en reikwijdte woondelenvrijstelling? - 24 november 2011
Een anti-kraakbedrijf dat delen van een pand tegen vergoeding aan bewoners ter beschikking stelt, is voor de OZB gebruiker van het gehele pand. De woondelenvrijstelling (art. 220e Gemeentewet) geldt alleen voor de daadwerkelijk bewoonde delen, niet voor de leegstaande gedeelten van de onroerende zaak.