Terug naar bibliotheek
Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
Hoofdstuk X. De bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders
Artikel 169

Artikel 169 (Verantwoording en inlichtingenplicht college B&W)

Laatste versie

1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.

2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

3. Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

4. Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder d, e, f en g, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

5. Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.

Dit lid bepaalt dat zowel het college van burgemeester en wethouders als geheel, alsmede elk van zijn leden individueel, verplicht is om aan de gemeenteraad rekenschap af te leggen (verantwoording schuldig zijn) over het bestuur dat door het college is uitgeoefend (gevoerde bestuur).

2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

Dit lid stelt dat het college en zijn leden verplicht zijn de gemeenteraad te voorzien van alle informatie (inlichtingen) die de raad noodzakelijk acht voor het kunnen uitvoeren van zijn taken.

3. Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

Dit lid verplicht het college en zijn leden om de gemeenteraad, hetzij via gesproken woord (mondeling), hetzij op papier (schriftelijk), de informatie te verschaffen waarom een of meerdere leden van de raad hebben verzocht. Een uitzondering op deze plicht geldt indien het openbaar maken (verstrekken) van deze inlichtingen tegen het algemeen belang (openbaar belang) ingaat.

4. Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder d, e, f en g, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

Dit lid bepaalt dat het college en zijn leden de gemeenteraad van tevoren (vooraf) informatie moeten verstrekken over de wijze waarop zij de bevoegdheden, zoals omschreven in artikel 160, eerste lid, onderdelen d, e, f en g, zullen uitoefenen. Dit moet gebeuren als de raad hierom vraagt, of als de uitoefening van deze bevoegdheden potentieel grote (ingrijpende) consequenties (gevolgen) kan hebben voor de gemeente. Wanneer er sprake is van mogelijke ingrijpende gevolgen, mag het college pas een formeel besluit nemen nadat de raad de mogelijkheid heeft gehad (in de gelegenheid is gesteld) om zijn verlangens (wensen) en eventuele bezwaren (bedenkingen) aan het college mede te delen (ter kennis van het college te brengen).

5. Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.

Dit lid beschrijft een uitzonderingssituatie: als de uitoefening van de specifieke bevoegdheid, genoemd in artikel 160, eerste lid, onderdeel e, zo dringend is dat deze niet kan worden uitgesteld (geen uitstel kan lijden), dan moeten het college en zijn leden, afwijkend van de procedure beschreven in het vierde lid, de gemeenteraad zo snel als praktisch haalbaar (zo spoedig mogelijk) informeren over hoe deze bevoegdheid is uitgeoefend en welk besluit dienaangaande (terzake) is genomen.