Terug naar bibliotheek
Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
Hoofdstuk X. De bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders
Artikel 168

Artikel 168 (Machtiging uitoefening collegebevoegdheden)

Laatste versie

1. Het college kan een of meer leden van het college machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

2. Een krachtens machtiging uitgeoefende bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van het college uitgeoefend.

3. Het college kan te dien aanzien alle aanwijzingen geven die het nodig acht.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het college kan een of meer leden van het college machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

Dit betekent dat het college de mogelijkheid heeft om aan één of meer van zijn leden een machtiging te verlenen. Deze machtiging houdt in dat de gemachtigde leden één of meer bevoegdheden van het college mogen uitoefenen. Dit is echter niet toegestaan indien de regeling die aan de desbetreffende bevoegdheid ten grondslag ligt, zich tegen een dergelijke machtiging verzet.

2. Een krachtens machtiging uitgeoefende bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van het college uitgeoefend.

Dit betekent dat een bevoegdheid die wordt uitgeoefend krachtens een verleende machtiging, altijd wordt uitgeoefend uit naam van het college en onder verantwoordelijkheid van het college.

3. Het college kan te dien aanzien alle aanwijzingen geven die het nodig acht.

Dit betekent dat het college met betrekking tot de hiervoor genoemde uitoefening van bevoegdheden (te dien aanzien) alle aanwijzingen kan geven die het college nodig acht.