Terug naar bibliotheek
Titel II. De inrichting en samenstelling van het gemeentebestuur
Hoofdstuk Va. Geheimhouding
Artikel 89

Artikel 89 (Geheimhouding kenbaarheid duur opheffing sancties)

Laatste versie

1. Een verplichting tot geheimhouding wordt vermeld op het stuk ten aanzien waarvan de geheimhouding geldt. Indien de geheimhouding geldt ten aanzien van informatie anders dan in schriftelijke vorm, wordt de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt.

2. Een verplichting tot geheimhouding wordt in acht genomen door allen die van de informatie kennis dragen.

3. Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft. Indien de verplichting tot geheimhouding is opgelegd door een commissie, kan die verplichting tevens worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.

4. Indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, duurt die verplichting in afwijking van het derde lid voort totdat de raad haar opheft.

5. Een lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid kan bij besluit van de raad ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een verplichting tot geheimhouding wordt vermeld op het stuk ten aanzien waarvan de geheimhouding geldt. Indien de geheimhouding geldt ten aanzien van informatie anders dan in schriftelijke vorm, wordt de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt.

Dit lid bepaalt dat een verplichting tot geheimhouding duidelijk vermeld wordt op het stuk (document) ten aanzien waarvan de geheimhouding geldt (waarvoor de geheimhouding van toepassing is). Indien de geheimhouding geldt ten aanzien van informatie anders dan in schriftelijke vorm (dus niet-schriftelijke informatie), dan wordt de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt (op een geschikte manier meegedeeld).

2. Een verplichting tot geheimhouding wordt in acht genomen door allen die van de informatie kennis dragen.

Dit lid stelt dat een verplichting tot geheimhouding in acht genomen moet worden door allen die van de informatie kennis dragen (iedereen die de betreffende informatie kent).

3. Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft. Indien de verplichting tot geheimhouding is opgelegd door een commissie, kan die verplichting tevens worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.

Dit lid geeft aan dat een verplichting tot geheimhouding voortduurt totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft (de plicht blijft bestaan totdat het instellende orgaan deze beëindigt). Indien de verplichting tot geheimhouding is opgelegd door een commissie, kan die verplichting tevens worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld (het orgaan dat de commissie in het leven heeft geroepen, kan de plicht ook beëindigen).

4. Indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, duurt die verplichting in afwijking van het derde lid voort totdat de raad haar opheft.

Dit lid specificeert dat indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, die verplichting in afwijking van het derde lid voortduurt totdat de raad haar opheft (de plicht blijft gelden, anders dan in lid 3 bepaald, totdat de raad zelf de plicht beëindigt).

5. Een lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid kan bij besluit van de raad ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.

Dit lid regelt dat een lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid (dus de geheimhoudingsplicht schendt), bij besluit van de raad ten hoogste drie maanden kan worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt (de raad kan besluiten zo'n lid maximaal drie maanden geen informatie meer te geven waar een geheimhoudingsplicht op rust).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden