Terug naar bibliotheek
Titel I. Begripsbepalingen
Artikel 3

Artikel 3 (Rechtsvermoeden woonplaats BRP-inschrijving)

Laatste versie

Zij die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente.

Uitleg in duidelijke taal

Zij die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente.

Dit artikel stelt dat personen die als ingezetene met een adres in een gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, voor de toepassing van deze wet worden geacht hun werkelijke woonplaats in die gemeente te hebben. Dit betekent dat er een rechtsvermoeden geldt dat hun werkelijke woonplaats daar is, behoudens bewijs van het tegendeel (tenzij het tegenovergestelde wordt bewezen).