Terug naar bibliotheek
Titel IV. De financiën van de gemeente
Hoofdstuk XIV. De administratie en de controle
Artikel 213

Artikel 213 (Controle gemeentefinanciën accountantsverklaring)

Laatste versie

1. De raad stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

2. De raad wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

3. De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:

a. de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen; b. de baten en lasten, alsmede de balansmutaties met betrekking tot specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet rechtmatig tot stand zijn gekomen; c. de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186 en d. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

4. Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:

a. de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en b. de tabel van fouten en onzekerheden voor de specifieke uitkeringen.

5. De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad en een afschrift daarvan aan het college.

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole, bedoeld in het tweede lid.

7. Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in gemeentelijke dienst worden genomen. In dat geval besluit de raad tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

8. Indien de raad op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in gemeentelijke dienst zijn genomen, is:

a. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op deze accountants; b. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de gemeente; en c. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 15 en 16 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de personen die de dagelijkse leiding hebben over het onderdeel van de gemeente waarbij de in de aanhef bedoelde accountants werkzaam zijn.

9. Indien een gemeente wordt aangewezen als organisatie van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn de artikelen 22 tot en met 24 van die wet van overeenkomstige toepassing op deze gemeente.

Uitleg in duidelijke taal

1. De raad stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

Dit betekent dat de gemeenteraad via een gemeentelijke regeling (verordening) voorschriften moet opstellen. Deze voorschriften zijn bedoeld voor de controle op hoe de gemeente haar geldzaken beheert (het financiële beheer) en hoe de financiële administratie is opgezet (de inrichting van de financiële organisatie). Deze verordening moet garanderen (waarborgt) dat er wordt gecontroleerd (getoetst) of dit financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie volgens de wet (rechtmatigheid) plaatsvinden.

2. De raad wijst een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

Dit houdt in dat de gemeenteraad een of meerdere accountants selecteert (aanwijst). Deze accountants moeten voldoen aan de definitie in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Hun taak (belast met) is het controleren van de jaarrekening, die genoemd wordt in artikel 197. Daarnaast moeten zij een officiële accountantsverklaring afgeven en een rapport (verslag van bevindingen) opstellen.

3. De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:

Dit betekent dat de accountantsverklaring, gebaseerd op de controle die is uitgevoerd, moet aangeven of aan de volgende punten is voldaan:

a. de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen;

Dit punt stelt dat de accountantsverklaring moet aangeven of de jaarrekening een correcte en volledige weergave (getrouw beeld) geeft van zowel de inkomsten (baten) en uitgaven (lasten) als van de omvang (grootte) en waaruit het bezit (vermogen) van de gemeente bestaat (samenstelling).

b. de baten en lasten, alsmede de balansmutaties met betrekking tot specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet rechtmatig tot stand zijn gekomen;

Dit punt stelt dat de accountantsverklaring moet aangeven of de inkomsten (baten) en uitgaven (lasten), en ook de veranderingen op de balans (balansmutaties) die te maken hebben met specifieke financiële bijdragen van het Rijk (specifieke uitkeringen) zoals bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet, volgens de wet (rechtmatig) zijn ontstaan (tot stand zijn gekomen).

c. de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186 en

Dit punt stelt dat de accountantsverklaring moet aangeven of de jaarrekening is gemaakt (opgesteld) volgens de regels die zijn vastgelegd in of op basis van een algemene maatregel van bestuur (een soort koninklijk besluit met algemene regels), zoals bedoeld in artikel 186.

d. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

Dit punt stelt dat de accountantsverklaring moet aangeven of het jaarverslag (algemeen verslag over het afgelopen jaar) overeenkomt met (verenigbaar is met) de jaarrekening (het financiële overzicht).

4. Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:

Dit betekent dat het rapport met de bevindingen van de accountant (verslag van bevindingen) minimaal (in ieder geval) de volgende zaken moet beschrijven:

a. de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en

Dit punt stelt dat het verslag bevindingen moet bevatten over de vraag of de manier waarop het financiële beheer en de financiële organisatie zijn opgezet (inrichting) het mogelijk maakt om een correcte en volledige (getrouwe) en een volgens de wet (rechtmatige) verantwoording af te leggen.

b. de tabel van fouten en onzekerheden voor de specifieke uitkeringen.

Dit punt stelt dat het verslag bevindingen moet bevatten over een overzicht (tabel) van gemaakte fouten en bestaande onzekerheden met betrekking tot de specifieke financiële bijdragen van het Rijk (specifieke uitkeringen).

5. De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad en een afschrift daarvan aan het college.

Dit betekent dat de accountant de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen naar de gemeenteraad (de raad) moet sturen. Ook moet de accountant een kopie (afschrift) van deze documenten sturen naar het college van burgemeester en wethouders (het college).

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole, bedoeld in het tweede lid.

Dit betekent dat er via een algemene maatregel van bestuur (een soort koninklijk besluit met algemene regels) meer gedetailleerde (nadere) regels kunnen worden gemaakt. Deze regels gaan over hoe uitgebreid (reikwijdte) de accountantscontrole, zoals genoemd in het tweede lid, moet zijn en hoe daarover gerapporteerd (verslaglegging) moet worden.

7. Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in gemeentelijke dienst worden genomen. In dat geval besluit de raad tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

Dit betekent dat accountants, zoals omschreven in het tweede lid, door de gemeente in dienst genomen kunnen worden. Als dat gebeurt, dan is het de gemeenteraad (de raad) die beslist over het starten (aangaan), aanpassen (wijzigen) en stoppen (beëindigen) van het arbeidscontract (arbeidsovereenkomst) met deze accountants.

8. Indien de raad op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in gemeentelijke dienst zijn genomen, is:

Dit betekent dat als de gemeenteraad, op basis van het tweede lid, accountants heeft gekozen (aangewezen) die bij de gemeente in dienst zijn (in gemeentelijke dienst zijn genomen), dan gelden de volgende regels:

a. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op deze accountants;

Dit houdt in dat de regels die zijn vastgelegd in en op basis van (bij en krachtens) de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor deze accountants in gemeentelijke dienst.

b. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de gemeente; en

Dit houdt in dat de regels die zijn vastgelegd in en op basis van de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezicht accountantsorganisaties op een vergelijkbare manier gelden voor de gemeente zelf.

c. het bepaalde bij en krachtens de artikelen 15 en 16 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de personen die de dagelijkse leiding hebben over het onderdeel van de gemeente waarbij de in de aanhef bedoelde accountants werkzaam zijn.

Dit houdt in dat de regels die zijn vastgelegd in en op basis van de artikelen 15 en 16 van de Wet toezicht accountantsorganisaties op een vergelijkbare manier gelden voor de personen die de dagelijkse leiding hebben over de afdeling (onderdeel) van de gemeente waar de eerdergenoemde (in de aanhef bedoelde) accountants werken.

9. Indien een gemeente wordt aangewezen als organisatie van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn de artikelen 22 tot en met 24 van die wet van overeenkomstige toepassing op deze gemeente.

Dit betekent dat als een gemeente wordt bestempeld (aangewezen) als een organisatie van openbaar belang, zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, dan zijn de artikelen 22 tot en met 24 van diezelfde wet op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) geldig voor deze gemeente.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden