Terug naar bibliotheek
Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
Hoofdstuk XI. De bevoegdheid van de burgemeester
Artikel 176a

Artikel 176a (Burgemeester bevoegdheid tijdelijke ophouding groepen)

Laatste versie

1. De burgemeester is bevoegd door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangegeven plaats tijdelijk te doen ophouden. De ophouding kan mede omvatten, indien nodig, het overbrengen naar die plaats.

2. De burgemeester oefent de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, slechts uit:

  1. jegens personen die door hem daartoe aangewezen specifieke onderdelen van een bevel als bedoeld in artikel 175 of van een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 176, groepsgewijs niet naleven, en
  2. indien het ophouden noodzakelijk is ter voorkoming van voortzetting of herhaling van de niet-naleving en de naleving redelijkerwijs niet op andere geschikte wijze kan worden verzekerd.

3. Artikel 154a, derde tot en met veertiende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De burgemeester is bevoegd door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangegeven plaats tijdelijk te doen ophouden. De ophouding kan mede omvatten, indien nodig, het overbrengen naar die plaats.

Dit betekent dat de burgemeester de bevoegdheid heeft om groepen van personen, die hij specifiek aanwijst, voor een beperkte tijd (tijdelijk) op een door hem aangegeven plaats te laten verblijven (doen ophouden). Als het nodig is, kan deze ophouding ook inhouden dat deze personen naar die plaats worden overgebracht.

2. De burgemeester oefent de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, slechts uit:

De burgemeester mag de in het eerste lid omschreven bevoegdheid alleen gebruiken onder de volgende voorwaarden:

  1. jegens personen die door hem daartoe aangewezen specifieke onderdelen van een bevel als bedoeld in artikel 175 of van een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 176, groepsgewijs niet naleven, en

Dit geldt jegens personen die in groepsverband (groepsgewijs) specifieke onderdelen niet naleven van een bevel zoals bedoeld in artikel 175, of van een algemeen verbindend voorschrift zoals bedoeld in artikel 176. Het gaat hierbij om onderdelen die door de burgemeester daartoe zijn aangewezen, en

  1. indien het ophouden noodzakelijk is ter voorkoming van voortzetting of herhaling van de niet-naleving en de naleving redelijkerwijs niet op andere geschikte wijze kan worden verzekerd.

als het ophouden noodzakelijk is om te voorkomen dat de niet-naleving voortduurt of zich herhaalt, en als de naleving redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan worden verzekerd.

3. Artikel 154a, derde tot en met veertiende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat artikel 154a, derde tot en met veertiende lid, op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) geldt voor de situaties die in dit artikel worden beschreven.