Terug naar bibliotheek
Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
Hoofdstuk XI. De bevoegdheid van de burgemeester
Artikel 175

Artikel 175 (Noodbevelsbevoegdheid burgemeester)

Laatste versie

1. In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.

2. De burgemeester laat tot maatregelen van geweld niet overgaan dan na het doen van de nodige waarschuwing.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.

Dit betekent letterlijk: In situaties van oproerige beweging, andere ernstige wanordelijkheden of rampen, of wanneer er ernstige vrees bestaat dat zulke situaties zullen ontstaan, is de burgemeester bevoegd om alle bevelen te geven die hij noodzakelijk acht (nodig acht) voor de handhaving van de openbare orde of voor de beperking van gevaar. Hierbij mag de burgemeester afwijken van andere voorschriften dan die welke in de Grondwet zijn gesteld.

2. De burgemeester laat tot maatregelen van geweld niet overgaan dan na het doen van de nodige waarschuwing.

Dit betekent letterlijk: De burgemeester mag pas maatregelen van geweld inzetten (tot maatregelen van geweld overgaan) nadat hij de nodige waarschuwing heeft gegeven.