Gemeentewet

a. plan: een beslissing die een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde keuzes bevat omtrent door het gemeentebestuur te nemen besluiten of te verrichten andere handelingen, ten einde een of meer doelstellingen te bereiken;

Dit betekent dat onder 'plan' wordt verstaan: een besluit dat bestaat uit een samenhangende reeks keuzes die op elkaar zijn afgestemd. Deze keuzes gaan over besluiten die het gemeentebestuur moet nemen of andere acties die het moet uitvoeren, met het doel om één of meerdere doelstellingen te realiseren.

b. beleidsverslag: een schriftelijke rapportage betreffende het door het gemeentebestuur gevoerde beleid op een of meer beleidsterreinen dan wel op onderdelen daarvan en de samenhang daarbinnen of daartussen.

Dit betekent dat onder 'beleidsverslag' wordt verstaan: een geschreven verslag over het beleid dat het gemeentebestuur heeft uitgevoerd op één of meerdere beleidsgebieden, of op delen van die beleidsgebieden. Dit verslag beschrijft ook de samenhang binnen deze beleidsterreinen of tussen verschillende beleidsterreinen.

2. Het vaststellen van een plan of een beleidsverslag en het ter voorbereiding daarvan volgen van een voorgeschreven procedure kan vanwege het Rijk van het gemeentebestuur slechts worden gevorderd in bij de wet te bepalen gevallen.

Dit betekent dat de centrale overheid (het Rijk) alleen in gevallen die specifiek in de wet zijn vastgelegd, van het gemeentebestuur kan eisen (vorderen) dat het een plan of een beleidsverslag opstelt en daarbij de daarvoor voorgeschreven procedure volgt.

3. Een verplichting als bedoeld in het tweede lid geldt voor ten hoogste vier jaren, tenzij de wet anders bepaalt.

Dit betekent dat een dergelijke verplichting, zoals genoemd in het tweede lid, maximaal vier jaar duurt, tenzij de wet een andere termijn vaststelt.

4. Het vaststellen van een plan of een beleidsverslag en het ter voorbereiding daarvan volgen van een voorgeschreven procedure kan vanwege het Rijk in andere dan bij de wet bepaalde gevallen voor een termijn van ten hoogste vier jaar van het gemeentebestuur worden gevraagd als onderdeel van de regeling van een tijdelijke specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet.

Dit betekent dat de centrale overheid (het Rijk) in situaties die niet expliciet in de wet zijn genoemd, aan het gemeentebestuur kan vragen (niet eisen) om een plan of beleidsverslag op te stellen en de bijbehorende procedure te volgen. Dit kan voor een periode van maximaal vier jaar en moet dan onderdeel zijn van een regeling voor een tijdelijke specifieke financiële bijdrage, zoals beschreven in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet.

5. Het vaststellen van een plan of een beleidsverslag en het ter voorbereiding daarvan volgen van de voorgeschreven procedure wordt van een gemeentebestuur niet gevorderd of gevraagd, dan nadat is aangegeven hoe de financiële gevolgen ervan voor de gemeente worden gecompenseerd.

Dit betekent dat het gemeentebestuur niet verplicht of gevraagd kan worden om een plan of beleidsverslag vast te stellen en de voorbereidende procedure te volgen, tenzij eerst duidelijk is gemaakt hoe de gemeente financieel gecompenseerd zal worden voor de kosten die hieruit voortvloeien.

6. Dit artikel is niet van toepassing op de begroting, bedoeld in artikel 190, en op de jaarrekening en het jaarverslag, bedoeld in artikel 197.

Dit betekent dat de bepalingen van dit artikel niet gelden voor de gemeentelijke begroting, zoals omschreven in artikel 190 van de Gemeentewet, en ook niet voor de jaarrekening en het jaarverslag, zoals omschreven in artikel 197 van de Gemeentewet.