Artikel 73a (Periodieke verslagplicht curator boedel)
1. De curator brengt, telkens na verloop van drie maanden, een verslag uit over de toestand van de boedel. De curator legt zijn verslag neder ter griffie van de rechtbank, ter kosteloze inzage van een ieder. De neerlegging geschiedt kosteloos.
2. De termijn, bedoeld in het vorige lid, kan door de rechter-commissaris worden verlengd.
3. In zijn verslag geeft de curator aan hoe hij zich heeft gekweten van zijn taak, bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder a en c.
Uitleg in duidelijke taal
1. De curator brengt, telkens na verloop van drie maanden, een verslag uit over de toestand van de boedel. De curator legt zijn verslag neder ter griffie van de rechtbank, ter kosteloze inzage van een ieder. De neerlegging geschiedt kosteloos.
Dit lid bepaalt dat de curator
de verplichting heeft om telkens na verloop van drie maanden
een verslag uit te brengen
over de toestand van de boedel
. Verder stelt dit lid dat de curator
zijn verslag nederlegt ter griffie van de rechtbank
, waar het ter kosteloze inzage van een ieder
beschikbaar is. De neerlegging
van het verslag geschiedt kosteloos
.
2. De termijn, bedoeld in het vorige lid, kan door de rechter-commissaris worden verlengd.
Dit lid geeft aan dat de termijn
van drie maanden, die in het vorige lid
is genoemd, door de rechter-commissaris kan worden verlengd
.
3. In zijn verslag geeft de curator aan hoe hij zich heeft gekweten van zijn taak, bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder a en c.
Dit lid vereist dat de curator
in zijn verslag aangeeft hoe hij zich heeft gekweten van zijn taak
, meer specifiek met betrekking tot de taken die zijn genoemd in artikel 68, tweede lid, onder a en c
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:166
ECLI:NL:HR:2005:AS3534
ECLI:NL:HR:2016:286 - Faillissementswet: recht op inzage getuigenverklaring bij vrijheidsbeneming
De failliet heeft in beginsel recht op inzage in een getuigenverklaring (art. 66 Fw) die wordt gebruikt om zijn inbewaringstelling (art. 87 Fw) te onderbouwen. Het verdedigingsbelang weegt zwaar vanwege de inbreuk op het recht op vrijheid (art. 5 EVRM).