Artikel 73 (Ontslag, vervanging, toevoeging curator door rechtbank)
1. De rechtbank heeft de bevoegdheid de curator te allen tijde, na hem gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, te ontslaan en door een ander te vervangen, of hem een of meer medecurators toe te voegen, een en ander hetzij op voordracht van de rechter-commissaris, hetzij op een met redenen omkleed verzoek van een of meer schuldeisers, de schuldeiserscommissie, of de gefailleerde.
2. De ontslagen curator legt rekening en verantwoording van zijn beheer af aan de in zijn plaats benoemde curator.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechtbank heeft de bevoegdheid de curator te allen tijde, na hem gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, te ontslaan en door een ander te vervangen, of hem een of meer medecurators toe te voegen, een en ander hetzij op voordracht van de rechter-commissaris, hetzij op een met redenen omkleed verzoek van een of meer schuldeisers, de schuldeiserscommissie, of de gefailleerde.
Dit betekent dat de rechtbank de machtiging bezit om de curator op elk moment te ontslaan. Voordat de rechtbank dit doet, moet de curator zijn gehoord of op de juiste wijze zijn opgeroepen. De rechtbank kan de curator vervolgens vervangen door een andere persoon, of één of meerdere medecurators aan de curator toevoegen. Deze acties kunnen plaatsvinden hetzij op basis van een voordracht van de rechter-commissaris, hetzij op basis van een verzoek dat voorzien is van redenen, ingediend door één of meer schuldeisers, de schuldeiserscommissie, of de gefailleerde persoon.
2. De ontslagen curator legt rekening en verantwoording van zijn beheer af aan de in zijn plaats benoemde curator.
Dit houdt in dat de curator die ontslagen is, verplicht is om een financieel en inhoudelijk verslag (rekening en verantwoording) van zijn gevoerde beheer te presenteren aan de curator die in zijn plaats is aangesteld.