Artikel 66 (Bevoegdheden rechter-commissaris getuigen en deskundigen)
1. De rechter-commissaris is bevoegd ter opheldering van alle omstandigheden, het faillissement betreffende, getuigen te horen of een onderzoek van deskundigen te bevelen. Voorts kan de rechter-commissaris een deskundige benoemen voor zover dit nodig is voor de goede en effectieve vervulling van het toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel. De kosten in verband met de benoeming van de deskundige komen ten laste van de boedel.
2. De getuigen worden bij exploot opgeroepen namens de rechter-commissaris. Artikel 177 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
3. Bij niet-verschijning of weigering om de eed of getuigenis af te leggen, zijn de artikelen 171, 172, 173, eerste lid, eerste volzin, tweede en derde lid, 174 en 175 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toepasselijk.
4. De echtgenoot of gewezen echtgenoot van de gefailleerde of degene met wie de gefailleerde een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan, de kinderen en verdere afkomelingen en de ouders en grootouders van de gefailleerde kunnen zich van het geven van getuigenis verschonen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter-commissaris is bevoegd ter opheldering van alle omstandigheden, het faillissement betreffende, getuigen te horen of een onderzoek van deskundigen te bevelen. Voorts kan de rechter-commissaris een deskundige benoemen voor zover dit nodig is voor de goede en effectieve vervulling van het toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel. De kosten in verband met de benoeming van de deskundige komen ten laste van de boedel.
Dit lid stelt dat de rechter-commissaris bevoegd is om, met als doel de opheldering van alle omstandigheden die het faillissement betreffen, getuigen te horen of een onderzoek van deskundigen te bevelen. Bovendien kan de rechter-commissaris een deskundige benoemen indien dit noodzakelijk is voor de goede en effectieve vervulling van het toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel. De kosten die voortvloeien uit de benoeming van de deskundige komen ten laste van de boedel.
2. De getuigen worden bij exploot opgeroepen namens de rechter-commissaris. Artikel 177 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat de getuigen bij exploot worden opgeroepen namens de rechter-commissaris. Artikel 177 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is hierop van overeenkomstige toepassing.
3. Bij niet-verschijning of weigering om de eed of getuigenis af te leggen, zijn de artikelen 171, 172, 173, eerste lid, eerste volzin, tweede en derde lid, 174 en 175 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toepasselijk.
Dit lid geeft aan dat in geval van niet-verschijning van een getuige, of bij diens weigering om de eed of getuigenis af te leggen, de artikelen 171, 172, 173, eerste lid, eerste volzin, tweede en derde lid, 174 en 175 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toepasselijk zijn.
4. De echtgenoot of gewezen echtgenoot van de gefailleerde of degene met wie de gefailleerde een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan, de kinderen en verdere afkomelingen en de ouders en grootouders van de gefailleerde kunnen zich van het geven van getuigenis verschonen.
Dit lid stelt dat de echtgenoot of gewezen echtgenoot van de gefailleerde, of de persoon met wie de gefailleerde een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan, alsmede de kinderen en verdere afkomelingen en de ouders en grootouders van de gefailleerde, het recht hebben om zich van het geven van getuigenis te verschonen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AX8295
ECLI:NL:HR:2016:2997 - Misbruik van bevoegdheid en motiveringsplicht bij faillissementsverhoor door rechter-commissaris
De bevoegdheid van de rechter-commissaris om een faillissementsverhoor te gelasten is ruim, maar wordt begrensd door misbruik van bevoegdheid. In bijzondere omstandigheden, zoals na een finale kwijting en eerdere afzegging, moet de rechter-commissaris motiveren waarom een verhoor alsnog noodzakelijk is.
ECLI:NL:HR:2016:286 - Faillissementswet: recht op inzage getuigenverklaring bij vrijheidsbeneming
De failliet heeft in beginsel recht op inzage in een getuigenverklaring (art. 66 Fw) die wordt gebruikt om zijn inbewaringstelling (art. 87 Fw) te onderbouwen. Het verdedigingsbelang weegt zwaar vanwege de inbreuk op het recht op vrijheid (art. 5 EVRM).