Artikel 40 (Opzegging arbeidsovereenkomst loon faillissement)
1. Werknemers in dienst van de gefailleerde kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen en hun kan wederkerig door de curator de arbeidsovereenkomst worden opgezegd, en wel met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd met een termijn van zes weken.
2. Van de dag der faillietverklaring af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld.
3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Werknemers in dienst van de gefailleerde kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen en hun kan wederkerig door de curator de arbeidsovereenkomst worden opgezegd, en wel met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd met een termijn van zes weken.
Dit lid bepaalt dat werknemers die in dienst zijn van de failliet verklaarde werkgever (de gefailleerde) de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen (opzeggen). Ook de curator kan wederzijds (wederkerig) de arbeidsovereenkomst van deze werknemers opzeggen. Dit opzeggen moet gebeuren met respect voor de contractueel afgesproken (overeengekomen) of de wettelijk vastgelegde opzegtermijnen. Er is echter een voorbehoud (met dien verstande echter): in alle omstandigheden kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd met een opzegtermijn van zes weken.
2. Van de dag der faillietverklaring af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld.
Dit lid stelt dat vanaf de datum waarop de faillietverklaring is uitgesproken, het loon van de werknemers en de schulden aan premies die verband houden met de arbeidsovereenkomst, worden aangemerkt als boedelschuld.
3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.
Dit lid geeft aan dat de bepalingen van dit artikel op een gelijke of vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) ook gelden voor agentuurovereenkomsten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:BY6108
ECLI:NL:HR:2019:649 - VOF failliet: positie werknemersvorderingen in privéschuldsanering van de vennoten
Een arbeidsovereenkomst met een VOF geldt als een overeenkomst met de gezamenlijke vennoten. Hierdoor zijn vorderingen van werknemers (en UWV) niet alleen preferent op het VOF-vermogen, maar ook op het privévermogen van elke vennoot in diens faillissement of schuldsanering.
ECLI:NL:HR:2018:424 - Credit Suisse/Jongepier: Verificatie van vorderingen ontstaan tijdens faillissement
Vorderingen die tijdens faillissement ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding zijn verifieerbaar, mits zij al besloten lagen in de rechtspositie van de schuldeiser bij faillietverklaring en geen inbreuk vormen op het fixatiebeginsel door de aanspraken van de schuldeiser uit te breiden.
ECLI:NL:HR:2017:2907
ECLI:NL:HR:1990:AC2325
ECLI:NL:HR:2020:954 - Hoge Raad vraagt CJEU om uitleg over werknemersrechten bij Heiploeg pre-pack
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Kernvraag is of een Nederlandse pre-pack, gericht op liquidatie met maximale opbrengst en behoud van werkgelegenheid, onder de faillissementsuitzondering van Richtlijn 2001/23/EG valt, waardoor werknemersbescherming bij overgang van onderneming niet geldt.
ECLI:NL:HR:2022:823
ECLI:NL:HR:2017:563 - Verwijderingsplicht curator geldt ook jegens exclusieve gebruiker van terrein
De Hoge Raad oordeelt dat niet alleen de eigenaar, maar ook een partij met een exclusief gebruiksrecht van een terrein van de curator kan verlangen dat deze de tot de boedel behorende zaken verwijdert. Deze verwijderingsplicht kwalificeert als een boedelschuld.
ECLI:NL:HR:1999:AA3819
ECLI:NL:HR:2020:753 - Pre-pack en overgang van onderneming: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of een Nederlandse pre-pack, die een doorstart voorbereidt na een onafwendbaar faillissement, valt onder de uitzondering op werknemersbescherming bij overgang van onderneming, specifiek of deze gericht is op liquidatie en onder adequaat overheidstoezicht staat.