Artikel 38 (Ontbinding termijnhandelovereenkomst na faillissement)
Indien in het geval van artikel 37 de levering van waren, die ter beurze op termijn worden verhandeld, bedongen is tegen een vastgesteld tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip invalt of die termijn verstrijkt na de faillietverklaring, wordt de overeenkomst door de faillietverklaring ontbonden en kan de wederpartij van de gefailleerde zonder meer voor schadevergoeding als concurrent schuldeiser opkomen. Lijdt de boedel door de ontbinding schade, dan is de wederpartij verplicht deze te vergoeden.
Uitleg in duidelijke taal
Indien in het geval van artikel 37 de levering van waren, die ter beurze op termijn worden verhandeld, bedongen is tegen een vastgesteld tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip invalt of die termijn verstrijkt na de faillietverklaring, wordt de overeenkomst door de faillietverklaring ontbonden en kan de wederpartij van de gefailleerde zonder meer voor schadevergoeding als concurrent schuldeiser opkomen. Lijdt de boedel door de ontbinding schade, dan is de wederpartij verplicht deze te vergoeden.
Dit artikel bepaalt het volgende: Wanneer, in de situatie zoals beschreven in artikel 37, de levering van waren die op de beurs voor een toekomstige datum of periode (termijn) worden verhandeld, is overeengekomen (bedongen) voor een specifiek tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip valt of die termijn eindigt (verstrijkt) nadat de faillietverklaring heeft plaatsgevonden, dan wordt de betreffende overeenkomst door de faillietverklaring automatisch beëindigd (ontbonden). In dat geval mag de andere partij (wederpartij) van de failliet verklaarde persoon (gefailleerde) direct (zonder meer) een vordering indienen voor schadevergoeding als een concurrent schuldeiser. Als de failliete boedel (het geheel van bezittingen en schulden van de gefailleerde) schade ondervindt door deze ontbinding, dan is de wederpartij verplicht om deze schade aan de boedel te vergoeden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:424 - Credit Suisse/Jongepier: Verificatie van vorderingen ontstaan tijdens faillissement
Vorderingen die tijdens faillissement ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding zijn verifieerbaar, mits zij al besloten lagen in de rechtspositie van de schuldeiser bij faillietverklaring en geen inbreuk vormen op het fixatiebeginsel door de aanspraken van de schuldeiser uit te breiden.