Artikel 3 (Faillissementsverzoek natuurlijke persoon en schuldsanering)
1. Indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.
2. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.
Dit betekent letterlijk: Wanneer een aanvraag tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en deze persoon heeft niet zelf een verzoek ingediend om de schuldsaneringsregeling, zoals omschreven in titel III, van toepassing te laten verklaren, dan informeert de griffier de schuldenaar onmiddellijk (terstond) per brief. Deze kennisgeving houdt in dat de schuldenaar binnen veertien dagen na de verzenddatum van de brief alsnog een verzoek kan indienen zoals bedoeld in artikel 284 (verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling).
2. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.
Dit betekent letterlijk: De behandeling van de aanvraag tot faillietverklaring wordt tijdelijk stilgelegd (geschorst) totdat de termijn van veertien dagen, die in het eerste lid is genoemd, voorbij is (verstreken).