Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Eerste afdeling. Van de faillietverklaring
Artikel 3

Artikel 3 (Faillissementsverzoek natuurlijke persoon en schuldsanering)

Laatste versie

1. Indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.

2. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.

Dit betekent letterlijk: Wanneer een aanvraag tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en deze persoon heeft niet zelf een verzoek ingediend om de schuldsaneringsregeling, zoals omschreven in titel III, van toepassing te laten verklaren, dan informeert de griffier de schuldenaar onmiddellijk (terstond) per brief. Deze kennisgeving houdt in dat de schuldenaar binnen veertien dagen na de verzenddatum van de brief alsnog een verzoek kan indienen zoals bedoeld in artikel 284 (verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling).

2. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.

Dit betekent letterlijk: De behandeling van de aanvraag tot faillietverklaring wordt tijdelijk stilgelegd (geschorst) totdat de termijn van veertien dagen, die in het eerste lid is genoemd, voorbij is (verstreken).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4947

ECLI:NL:HR:2010:BK494729 januari 2010Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1064

ECLI:NL:HR:2017:10649 juni 2017Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA7958

ECLI:NL:HR:2007:BA795812 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:460

ECLI:NL:HR:2021:46026 maart 2021Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ7774

ECLI:NL:HR:2007:AZ77746 april 2007Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT6856

ECLI:NL:HR:2005:AT685614 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS9036

ECLI:NL:HR:2005:AS903610 juni 2005Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ1686

ECLI:NL:HR:2011:BQ168624 juni 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP4683

ECLI:NL:HR:2011:BP468322 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:980

ECLI:NL:HR:2017:9802 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak