Terug naar bibliotheek
Titel III. Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Tweede afdeling. De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling
Artikel 297

Artikel 297 (Rechtshandelingen schuldenaar en toestemming bewindvoerder)

Laatste versie

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 296 is de schuldenaar zelfstandig bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen.

2. De schuldenaar behoeft niettemin de toestemming van de bewindvoerder voor de volgende rechtshandelingen:

a. het aangaan van een overeenkomst inzake krediet in de zin van de Wet op het financieel toezicht; b. overeenkomsten waarbij hij zich als borg of anderszins als medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt; c. giften, met uitzondering van de gebruikelijke, voorzover niet bovenmatig.

3. Een rechtshandeling in strijd met het tweede lid verricht, is vernietigbaar. Slechts de bewindvoerder kan deze vernietigingsgrond inroepen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 296 is de schuldenaar zelfstandig bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen.

Dit lid stelt dat, zonder afbreuk te doen aan wat in artikel 296 is bepaald, de schuldenaar zelfstandig de bevoegdheid heeft om rechtshandelingen te verrichten.

2. De schuldenaar behoeft niettemin de toestemming van de bewindvoerder voor de volgende rechtshandelingen:

Dit lid geeft aan dat de schuldenaar desondanks (niettemin) voor de hierna genoemde specifieke rechtshandelingen de toestemming van de bewindvoerder nodig heeft.

a. het aangaan van een overeenkomst inzake krediet in de zin van de Wet op het financieel toezicht;

Dit betreft het sluiten van een overeenkomst die betrekking heeft op krediet, zoals dat begrip is gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht.

b. overeenkomsten waarbij hij zich als borg of anderszins als medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt;

Dit betreft overeenkomsten waarbij de schuldenaar zich als borg garant stelt, zich op een andere manier als medeschuldenaar aan een schuld verbindt, zich garant stelt voor de verplichtingen van een derde (zich voor een derde sterk maakt), of zich verbindt om zekerheid te stellen voor de schuld van een derde.

c. giften, met uitzondering van de gebruikelijke, voorzover niet bovenmatig.

Dit betreft het doen van schenkingen (giften). Een uitzondering hierop vormen giften die gebruikelijk zijn, op voorwaarde dat deze niet buitensporig (bovenmatig) zijn.

3. Een rechtshandeling in strijd met het tweede lid verricht, is vernietigbaar. Slechts de bewindvoerder kan deze vernietigingsgrond inroepen.

Dit lid bepaalt dat een rechtshandeling die is verricht in strijd met de bepalingen van het tweede lid (dus zonder de vereiste toestemming), vernietigbaar is. Alleen de bewindvoerder heeft de bevoegdheid om zich op deze grond voor vernietiging te beroepen (deze vernietigingsgrond inroepen).