Artikel 29 (Schorsing aanhangige rechtsvorderingen faillissement)
Voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.
Uitleg in duidelijke taal
Voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.
Dit artikel bepaalt dat als er rechtsvorderingen lopen (aanhangig zijn) op het moment van de faillietverklaring, en deze rechtsvorderingen als doel hebben om voldoening ener verbintenis uit de boedel te verkrijgen, de procedure (het geding) na de faillietverklaring geschorst wordt. Het geding wordt alleen dan voortgezet, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dat geval wordt de persoon die de betwisting doet, in plaats van de gefailleerde, partij in het geding.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:2100 - Hoge Raad: Art. 29 Fw schorst ook hoger beroep ingesteld na faillissement - 17 december 2020
Artikel 29 Faillissementswet schorst ook een geding in hoger beroep dat is ingesteld ná de faillietverklaring, indien de uitspraak in eerste aanleg dateert van vóór het faillissement. De Hoge Raad legt de bepaling op grond van haar ratio ruimer uit dan de letterlijke tekst.
ECLI:NL:HR:2008:BC6692 - Hoge Raad - 13 maart 2008
ECLI:NL:HR:2014:675 - Schorsing geding bij faillissement: de invloed van de Borgers-reactie - 20 maart 2014
Een geding is niet aan de invloed van partijen onttrokken zolang de termijn voor een reactie op de conclusie van de A-G (art. 44 lid 3 Rv) nog loopt. Daarom is art. 30 Fw niet van toepassing en wordt het geding bij faillissement geschorst.
ECLI:NL:HR:2011:BQ8092 - Rechtsmiddel door curator en betwisting vordering door andere schuldeisers - 22 september 2011
Als de curator een rechtsmiddel instelt tegen een vonnis, is artikel 29 Fw niet van toepassing. Andere schuldeisers die de vordering ter verificatievergadering hebben betwist, kunnen zich echter wel voegen in de door de curator gestarte procedure, ook als de curator tot een schikking komt.
ECLI:NL:PHR:2024:372 - Parket bij de Hoge Raad - 4 april 2024
ECLI:NL:HR:2019:1917 - Hoor en wederhoor prevaleert bij door hof veroorzaakte processuele onduidelijkheid - 5 december 2019
Een hof dat ten onrechte oordeelt dat een procedure is geschorst wegens faillissement, schendt het beginsel van hoor en wederhoor als het later grieven behandelt zonder de wederpartij, die door de schorsing geen verweer voerde, alsnog die gelegenheid te bieden.
ECLI:NL:GHAMS:2024:1839 - Gerechtshof Amsterdam - 1 juli 2024
ECLI:NL:HR:2009:BH0070 - Hoge Raad - 15 januari 2009
ECLI:NL:HR:2023:1067 - Doorhaling ter rolle en schorsing geding echtgenoot failliet (art. 29 Fw) - 6 juli 2023
Een hof mag niet beslissen op een hoger beroep dat ambtshalve is doorgehaald en niet opnieuw aanhangig is gemaakt. Een vordering tegen de echtgenoot van een failliet (gehuwd in gemeenschap van goederen) valt onder de schorsingsregeling van art. 29 Fw.