Terug naar bibliotheek
Titel II. Van surseance van betaling
Tweede afdeling. Van het akkoord
Artikel 279

Artikel 279 (Bevoegdheid en procedure cassatieberoep faillissement)

Laatste versie

1. Tot het instellen van het beroep in cassatie is, indien het gerechtshof de faillietverklaring handhaaft, de schuldenaar en, indien het gerechtshof de faillietverklaring vernietigt, elke in hoger beroep opgekomen schuldeiser bevoegd.

2. Het beroep in cassatie wordt binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze als het hoger beroep ingesteld en behandeld, met dien verstande, dat de aankondiging in de Staatscourant wordt vervangen door een exploot, binnen vier dagen na de aantekening van het beroep uit te brengen aan de wederpartij.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tot het instellen van het beroep in cassatie is, indien het gerechtshof de faillietverklaring handhaaft, de schuldenaar en, indien het gerechtshof de faillietverklaring vernietigt, elke in hoger beroep opgekomen schuldeiser bevoegd.

Dit lid geeft aan wie bevoegd is tot het instellen van het beroep in cassatie. Indien het gerechtshof de faillietverklaring handhaaft, is de schuldenaar bevoegd. Indien het gerechtshof de faillietverklaring vernietigt, is elke in hoger beroep opgekomen schuldeiser bevoegd om beroep in cassatie in te stellen.

2. Het beroep in cassatie wordt binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze als het hoger beroep ingesteld en behandeld, met dien verstande, dat de aankondiging in de Staatscourant wordt vervangen door een exploot, binnen vier dagen na de aantekening van het beroep uit te brengen aan de wederpartij.

Dit lid stelt dat het beroep in cassatie wordt ingesteld en behandeld binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze als het hoger beroep. Er is echter een voorwaarde (met dien verstande): de aankondiging in de Staatscourant wordt vervangen door een exploot. Dit exploot moet binnen vier dagen na de aantekening van het beroep worden uitgebracht aan de wederpartij.