Terug naar bibliotheek
Titel II. Van surseance van betaling
Tweede afdeling. Van het akkoord
Artikel 266

Artikel 266 (Bevoegdheden erkenning betwisting vorderingen surseance)

Laatste versie

1. De bewindvoerders zijn bevoegd ter vergadering op elke door hen gedane erkenning of betwisting terug te komen.

2. Zowel de schuldenaar als ieder verschenen schuldeiser kan een door de bewindvoerders geheel of gedeeltelijk erkende vordering betwisten.

3. Betwistingen of erkenningen, op de vergadering gedaan, worden op de lijst aangetekend.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bewindvoerders zijn bevoegd ter vergadering op elke door hen gedane erkenning of betwisting terug te komen.

Dit betekent dat de bewindvoerders het recht hebben om tijdens de vergadering hun eerdere beslissing over de erkenning of betwisting van een vordering te herzien.

2. Zowel de schuldenaar als ieder verschenen schuldeiser kan een door de bewindvoerders geheel of gedeeltelijk erkende vordering betwisten.

Dit houdt in dat de schuldenaar zelf, alsook iedere schuldeiser die bij de vergadering aanwezig is, het recht heeft om een vordering die door de bewindvoerders al (geheel of gedeeltelijk) is erkend, alsnog te betwisten.

3. Betwistingen of erkenningen, op de vergadering gedaan, worden op de lijst aangetekend.

Dit stelt dat alle betwistingen van vorderingen of erkenningen van vorderingen die tijdens de vergadering worden uitgesproken, moeten worden genoteerd op de lijst van ingediende vorderingen.