Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 25

Artikel 25 (Exclusieve procesbevoegdheid curator, nietigheid veroordeling)

Laatste versie

1. Rechtsvorderingen, welke rechten of verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben, worden zowel tegen als door de curator ingesteld.

2. Indien zij, door of tegen de gefailleerde ingesteld of voortgezet, een veroordeling van de gefailleerde ten gevolge hebben, heeft die veroordeling tegenover de failliete boedel geen rechtskracht.

Uitleg in duidelijke taal

1. Rechtsvorderingen, welke rechten of verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben, worden zowel tegen als door de curator ingesteld.

Dit betekent letterlijk dat juridische procedures (rechtsvorderingen), die gaan over rechten of verplichtingen die tot de failliete boedel behoren en daarvan het onderwerp (ten onderwerp hebben) vormen, zowel door de curator moeten worden aangevangen (ingesteld) als tegen de curator moeten worden gericht.

2. Indien zij, door of tegen de gefailleerde ingesteld of voortgezet, een veroordeling van de gefailleerde ten gevolge hebben, heeft die veroordeling tegenover de failliete boedel geen rechtskracht.

Dit betekent letterlijk: Als deze rechtsvorderingen (die rechten of verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben) zijn ingesteld of voortgezet door of tegen de gefailleerde (de faillietverklaarde persoon zelf, en dus niet conform lid 1 via de curator), en dit leidt tot (ten gevolge hebben) een veroordeling van de gefailleerde, dan heeft die specifieke veroordeling geen juridische geldigheid (rechtskracht) ten aanzien van de failliete boedel.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:675 - Schorsing geding bij faillissement: de invloed van de Borgers-reactie - 20 maart 2014

ECLI:NL:HR:2014:67520 maart 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een geding is niet aan de invloed van partijen onttrokken zolang de termijn voor een reactie op de conclusie van de A-G (art. 44 lid 3 Rv) nog loopt. Daarom is art. 30 Fw niet van toepassing en wordt het geding bij faillissement geschorst.

Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:416 - Faillissement en hoger beroep: procederen over eer en goede naam - 12 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:41612 maart 2020Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot rectificatie wegens aantasting van eer en goede naam is hoogstpersoonlijk en kan niet door een curator worden overgenomen. Als de gefailleerde echter niet tijdig in beroep gaat tegen de rechterlijke beslissing die deze overname (onbevoegd) toestaat, verliest de gefailleerde de bevoegdheid om zelf hoger beroep in te stellen.

Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZC2052 - Hoge Raad - 25 april 1996

ECLI:NL:HR:1996:ZC205225 april 1996Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:1411 - Rechtbank Oost-Brabant - 4 april 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:14114 april 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1243 - Niet-ontvankelijkheid na einde faillissement: een tijdelijk verweer - 9 juli 2020

ECLI:NL:HR:2020:12439 juli 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een schuldenaar die tijdens zijn faillissement een rechtsvordering instelt, verliest zijn procesbevoegdheid niet. Een beroep op niet-ontvankelijkheid door de wederpartij slaagt echter alleen zolang het faillissement voortduurt. Na beëindiging van het faillissement kan dit verweer niet meer met succes worden gevoerd.

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR8899 - Hoge Raad - 3 februari 2005

ECLI:NL:HR:2005:AR88993 februari 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1193 - Parket bij de Hoge Raad - 30 november 2023

ECLI:NL:PHR:2023:119330 november 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1917 - Hoor en wederhoor prevaleert bij door hof veroorzaakte processuele onduidelijkheid - 5 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:19175 december 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een hof dat ten onrechte oordeelt dat een procedure is geschorst wegens faillissement, schendt het beginsel van hoor en wederhoor als het later grieven behandelt zonder de wederpartij, die door de schorsing geen verweer voerde, alsnog die gelegenheid te bieden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Insolventierecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ1065 - Hoge Raad - 11 april 2013

ECLI:NL:HR:2013:BZ106511 april 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:2282 - Rechtbank Oost-Brabant - 29 mei 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:228229 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak