Artikel 244 (Cassatieberoep surseance na beschikking gerechtshof)
1. Gedurende acht dagen na de beschikking van het gerechtshof kan de daarbij in het ongelijk gestelde partij in cassatie komen.
2. Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad geeft van die indiening terstond kennis aan die van de rechtbank.
3. De voorzitter van de Hoge Raad bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling van het verzoek. De griffier roept ten spoedigste de partijen schriftelijk tegen de bepaalde dag op. De beschikking van de Hoge Raad wordt door de griffier terstond medegedeeld aan die van de rechtbank.
Uitleg in duidelijke taal
1. Gedurende acht dagen na de beschikking van het gerechtshof kan de daarbij in het ongelijk gestelde partij in cassatie komen.
Dit lid bepaalt dat de partij die door het gerechtshof in het ongelijk is gesteld, binnen een termijn van acht dagen na de uitspraak (beschikking) van dat gerechtshof, de mogelijkheid heeft om beroep in cassatie aan te tekenen (in cassatie komen).
2. Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad geeft van die indiening terstond kennis aan die van de rechtbank.
Dit lid beschrijft de procedure voor het instellen van een beroep in cassatie: dit gebeurt door een verzoek in te dienen bij de griffie van de Hoge Raad. Vervolgens is de griffier van de Hoge Raad verplicht om de griffier van de rechtbank onmiddellijk (terstond) op de hoogte te stellen van deze indiening.
3. De voorzitter van de Hoge Raad bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling van het verzoek. De griffier roept ten spoedigste de partijen schriftelijk tegen de bepaalde dag op. De beschikking van de Hoge Raad wordt door de griffier terstond medegedeeld aan die van de rechtbank.
Dit lid regelt het verdere verloop van de procedure: de voorzitter van de Hoge Raad stelt direct (terstond) een dag en een uur vast voor de behandeling van het ingediende verzoek. De griffier roept de betrokken partijen zo snel mogelijk (ten spoedigste) schriftelijk op voor de vastgestelde dag. De uiteindelijke beslissing (beschikking) van de Hoge Raad wordt door de griffier van de Hoge Raad onmiddellijk (terstond) meegedeeld aan de griffier van de rechtbank.