Artikel 24 (Aansprakelijkheid boedel postfaillissementsverbintenissen bij baat)
Voor verbintenissen van de schuldenaar, na de faillietverklaring ontstaan, is de boedel niet aansprakelijk dan voorzover deze ten gevolge daarvan is gebaat.
Uitleg in duidelijke taal
Voor verbintenissen van de schuldenaar, na de faillietverklaring ontstaan, is de boedel niet aansprakelijk dan voorzover deze ten gevolge daarvan is gebaat.
Dit betekent letterlijk: De boedel is niet aansprakelijk voor verbintenissen van de schuldenaar die zijn ontstaan na de faillietverklaring, behalve als de boedel (deze) als gevolg van die verbintenissen is gebaat (voordeel heeft genoten).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:424 - Credit Suisse/Jongepier: Verificatie van vorderingen ontstaan tijdens faillissement
Vorderingen die tijdens faillissement ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding zijn verifieerbaar, mits zij al besloten lagen in de rechtspositie van de schuldeiser bij faillietverklaring en geen inbreuk vormen op het fixatiebeginsel door de aanspraken van de schuldeiser uit te breiden.
ECLI:NL:HR:2021:351 - Faillissement na WSNP-beëindiging treedt niet van rechtswege in, rechterlijke uitspraak vereist
Een faillissement na beëindiging van de schuldsaneringsregeling (art. 350 lid 5 Fw) treedt niet van rechtswege in. Vanwege de ingrijpende gevolgen is hiervoor altijd een rechterlijke uitspraak vereist die het faillissement expliciet vaststelt en uitspreekt.
ECLI:NL:HR:2021:112 - Faillissementsakkoord bindt Staat ook bij niet-ingediende ontnemingsvordering
Een gehomologeerd faillissementsakkoord is op grond van artikel 157 Fw verbindend voor de Staat met een ontnemingsvordering, ook als de Staat deze vordering niet heeft ingediend. De resterende vordering wordt een niet-afdwingbare natuurlijke verbintenis.
ECLI:NL:HR:2014:3080
ECLI:NL:HR:2005:AT6025
ECLI:NL:HR:2011:BT8760
ECLI:NL:HR:1984:AG4920
ECLI:NL:HR:2022:80 - Betaling uit roodstand na faillissement: geen onverschuldigde betaling aan de boedel
Een na faillissement gedane betaling vanaf een bankrekening met een debetsaldo kan door de curator niet als onverschuldigd worden teruggevorderd. Een dergelijke betaling leidt niet tot een vermindering van het boedelactief of een vermeerdering van het boedelpassief en is dus geen schending van het fixatiebeginsel.