Artikel 235 (Uitsluiting verrekening overgenomen vorderingen schulden surseance)
1. Niettemin is degene die een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel vóór de aanvang van de surseance van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.
2. Na de aanvang van de surseance overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.
3. De artikelen 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Niettemin is degene die een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel vóór de aanvang van de surseance van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.
Dit betekent dat een persoon die vóór de aanvang van de surseance een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd is tot verrekening als hij bij die overname niet te goeder trouw heeft gehandeld.
2. Na de aanvang van de surseance overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.
Dit betekent dat vorderingen of schulden die na de aanvang van de surseance zijn overgenomen, niet kunnen worden verrekend.
3. De artikelen 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent dat artikelen 55 en 56 op een vergelijkbare wijze van toepassing zijn.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:2189 - Pandrecht op bankvordering stuit op verrekeningsverbod van artikel 54 Fw
Een bank mag zich niet verhalen op een pandrecht op de bankvordering van een klant voor bedragen die na het peilmoment van art. 54 Fw zijn bijgeschreven. Dit zou een ongeoorloofde doorkruising zijn van het in art. 54 Fw neergelegde verrekeningsverbod en het beginsel van paritas creditorum.
ECLI:NL:HR:2023:1135 - Hoge Raad objectiveert goedetrouw-norm en verruimt reikwijdte Mulder q.q./CL
De Hoge Raad objectiveert de goedetrouw-norm van art. 54/235 Fw: het gaat om weten of behoren te weten. Daarnaast wordt de verrekeningspositie uit Mulder q.q./CL verruimd tot betalingen op de rekening van een andere schuldenaar dan de pandgever, mits het pandrecht ook diens schuld verzekert.