Terug naar bibliotheek
Titel II. Van surseance van betaling
Eerste afdeling. Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen
Artikel 235

Artikel 235 (Uitsluiting verrekening overgenomen vorderingen schulden surseance)

Laatste versie

1. Niettemin is degene die een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel vóór de aanvang van de surseance van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.

2. Na de aanvang van de surseance overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.

3. De artikelen 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Niettemin is degene die een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel vóór de aanvang van de surseance van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.

Dit betekent dat een persoon die vóór de aanvang van de surseance een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd is tot verrekening als hij bij die overname niet te goeder trouw heeft gehandeld.

2. Na de aanvang van de surseance overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.

Dit betekent dat vorderingen of schulden die na de aanvang van de surseance zijn overgenomen, niet kunnen worden verrekend.

3. De artikelen 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat artikelen 55 en 56 op een vergelijkbare wijze van toepassing zijn.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1135 - Hoge Raad objectiveert goedetrouw-norm en verruimt reikwijdte Mulder q.q./CL - 24 augustus 2023

ECLI:NL:HR:2023:113524 augustus 2023Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad objectiveert de goedetrouw-norm van art. 54/235 Fw: het gaat om weten of behoren te weten. Daarnaast wordt de verrekeningspositie uit Mulder q.q./CL verruimd tot betalingen op de rekening van een andere schuldenaar dan de pandgever, mits het pandrecht ook diens schuld verzekert.

Civiel RechtInsolventierecht, Goederenrecht, Financieel Recht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2189 - Pandrecht op bankvordering stuit op verrekeningsverbod van artikel 54 Fw - 22 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:218922 november 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een bank mag zich niet verhalen op een pandrecht op de bankvordering van een klant voor bedragen die na het peilmoment van art. 54 Fw zijn bijgeschreven. Dit zou een ongeoorloofde doorkruising zijn van het in art. 54 Fw neergelegde verrekeningsverbod en het beginsel van paritas creditorum.

Civiel RechtInsolventierecht, Financieel Recht, Goederenrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:1635 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 4 maart 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:16354 maart 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1988:1 - Hoge Raad - 6 oktober 1988

ECLI:NL:HR:1988:16 oktober 1988Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak