Artikel 227 (Verslagplicht bewindvoerders toestand boedel surseance)
1. De bewindvoerders brengen, telkens na verloop van drie maanden, een verslag uit over de toestand van de boedel. Met dit verslag wordt gehandeld, gelijk in het derde lid van artikel 226 is voorgeschreven.
2. De termijn, bedoeld in het vorige lid, kan door de rechter-commissaris worden verlengd.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bewindvoerders brengen, telkens na verloop van drie maanden, een verslag uit over de toestand van de boedel. Met dit verslag wordt gehandeld, gelijk in het derde lid van artikel 226 is voorgeschreven.
Dit lid stelt dat de bewindvoerders
telkens na een periode van drie maanden een verslag
moeten uitbrengen over de toestand van de boedel
. Verder wordt bepaald dat met dit verslag
moet worden gehandeld overeenkomstig de voorschriften in het derde lid van artikel 226
.
2. De termijn, bedoeld in het vorige lid, kan door de rechter-commissaris worden verlengd.
Dit lid geeft aan dat de termijn
van drie maanden, die in het vorige lid
(lid 1) is vastgesteld voor het uitbrengen van het verslag, door de rechter-commissaris
verlengd
kan worden.