Terug naar bibliotheek
Titel II. Van surseance van betaling
Eerste afdeling. Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen
Artikel 225

Artikel 225 (Beveiligingsbepalingen schuldeisers bij surseance)

Laatste versie

1. Bij het voorlopig verlenen der surseance kan de rechtbank zodanige bepalingen maken, als zij ter beveiliging van de belangen der schuldeisers nodig oordeelt.

2. Zij kan dit ook gedurende de surseance doen op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders of van één of meer schuldeisers dan wel ambtshalve.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij het voorlopig verlenen der surseance kan de rechtbank zodanige bepalingen maken, als zij ter beveiliging van de belangen der schuldeisers nodig oordeelt.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de rechtbank voorlopig surseance van betaling verleent, kan de rechtbank zulke bepalingen opstellen, als de rechtbank oordeelt dat deze nodig zijn ter bescherming van de belangen van de schuldeisers.

2. Zij kan dit ook gedurende de surseance doen op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders of van één of meer schuldeisers dan wel ambtshalve.

Dit betekent letterlijk: De rechtbank ('Zij') kan dit (het maken van zodanige bepalingen) ook doen gedurende de periode van de surseance, op aanbeveling (voordracht) van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders, of op verzoek van één of meer schuldeisers, dan wel uit eigen initiatief (ambtshalve).