Artikel 219 (Hoger beroep surseance van betaling)
1. Gedurende acht dagen na de dag der uitspraak heeft, in geval van afwijzing van het verzoek, de schuldenaar, of, ingeval de surseance verleend is, iedere schuldeiser, die zich niet vóór het verlenen daarvan heeft verklaard, recht van hoger beroep.
2. Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.
3. Indien het hoger beroep door een schuldeiser is ingesteld, geeft deze uiterlijk op de vierde dag volgende op die, waarop hij zijn verzoek heeft gedaan, aan de advocaat, die het verzoek tot surseance heeft ingediend, bij deurwaardersexploot kennis van het hoger beroep en van de tijd voor de behandeling bepaald. Deze kennisgeving geldt voor oproeping van de schuldenaar.
4. De griffier van het gerechtshof doet van het hoger beroep en van de tijd, voor de behandeling bepaald, aankondiging in de Staatscourant. Tevens geeft hij van het ingestelde hoger beroep aan de griffier der rechtbank kennis, neemt van deze de in artikel 214 bedoelde stukken over en legt die op zijn griffie voor een ieder ter kosteloze inzage.
Uitleg in duidelijke taal
1. Gedurende acht dagen na de dag der uitspraak heeft, in geval van afwijzing van het verzoek, de schuldenaar, of, ingeval de surseance verleend is, iedere schuldeiser, die zich niet vóór het verlenen daarvan heeft verklaard, recht van hoger beroep.
Dit betekent letterlijk dat binnen een periode van acht dagen, gerekend vanaf de dag ná de uitspraak, het volgende geldt: als het verzoek tot surseance is afgewezen, heeft de schuldenaar het recht om in hoger beroep te gaan. Als de surseance wél is verleend, heeft iedere schuldeiser die zich niet vóór de verlening van de surseance daarover heeft uitgesproken, het recht om in hoger beroep te gaan.
2. Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.
Dit lid stelt dat het hoger beroep wordt gestart (ingesteld) door een verzoek in te dienen bij de griffie van het gerechtshof dat bevoegd is om de zaak te behandelen (kennis moet nemen). De voorzitter van dit gerechtshof stelt onmiddellijk (terstond) de datum en het tijdstip vast voor de behandeling van de zaak.
3. Indien het hoger beroep door een schuldeiser is ingesteld, geeft deze uiterlijk op de vierde dag volgende op die, waarop hij zijn verzoek heeft gedaan, aan de advocaat, die het verzoek tot surseance heeft ingediend, bij deurwaardersexploot kennis van het hoger beroep en van de tijd voor de behandeling bepaald. Deze kennisgeving geldt voor oproeping van de schuldenaar.
Dit lid bepaalt dat, als een schuldeiser hoger beroep heeft ingesteld, deze schuldeiser verplicht is om uiterlijk op de vierde dag nadat hij zijn verzoek tot hoger beroep heeft ingediend, de advocaat die het oorspronkelijke verzoek tot surseance heeft ingediend, hiervan op de hoogte te stellen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden door middel van een deurwaardersexploot en moet informatie bevatten over het ingestelde hoger beroep en de vastgestelde tijd voor de behandeling. Deze kennisgeving aan de advocaat wordt beschouwd als een officiële oproeping van de schuldenaar.
4. De griffier van het gerechtshof doet van het hoger beroep en van de tijd, voor de behandeling bepaald, aankondiging in de Staatscourant. Tevens geeft hij van het ingestelde hoger beroep aan de griffier der rechtbank kennis, neemt van deze de in artikel 214 bedoelde stukken over en legt die op zijn griffie voor een ieder ter kosteloze inzage.
Dit lid legt uit dat de griffier van het gerechtshof een aankondiging doet in de Staatscourant betreffende het ingestelde hoger beroep en de vastgestelde tijd voor de behandeling. Bovendien stelt hij de griffier van de rechtbank op de hoogte van het ingestelde hoger beroep, neemt van deze griffier de stukken over die in artikel 214 worden genoemd, en legt deze stukken op zijn eigen griffie neer zodat iedereen ze kosteloos kan inzien.