Artikel 213 (Definities faillissement verzekeraar)
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder: a. verzekeraar: een schadeverzekeraar of levensverzekeraar als bedoeld in onderdeel d, onderdeel e, onderscheidenlijk onderdeel f; b. overeenkomst van schadeverzekering: een overeenkomst van schadeverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; c. overeenkomst van levensverzekering: een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; d. schadeverzekeraar: een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt; e. levensverzekeraar: een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt; f. herverzekeraar: een herverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt; g. zetel: de plaats waar een verzekeraar of een moedermaatschappij van een verzekeraar volgens zijn of haar statuten of reglementen is gevestigd of, indien deze geen rechtspersoon is, de plaats waar die verzekeraar of die moedermaatschappij zijn of haar hoofdvestiging heeft; h. bijkantoor: een duurzame aanwezigheid van een verzekeraar, met uitzondering van de zetel, beheerd door eigen personeel van de verzekeraar of door een zelfstandig persoon die is gemachtigd duurzaam voor de verzekeraar op te treden; i. liquidatieprocedure: een collectieve procedure, het faillissement daaronder begrepen, geopend in een lidstaat van de Europese Unie, die het te gelde maken van de activa van een verzekeraar en het op toepasselijke wijze verdelen van de opbrengst onder de schuldeisers, aandeelhouders of leden behelst, en die noodzakelijkerwijs een optreden van de administratieve of rechterlijke instanties van die lidstaat behelst, daaronder begrepen de collectieve procedure die wordt afgesloten met een gerechtelijk akkoord of een andere maatregel van dezelfde strekking, ongeacht of de procedure op insolventie berust en ongeacht of de procedure op eigen aangifte van de verzekeraar dan wel op verzoek van een ander is geopend; j. lidstaat: een staat die lid is van de Europese Unie of een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de op 2 mei 1992 tot stand gekomen overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132); k. lidstaat van herkomst: de lidstaat waar de verzekeraar zijn zetel heeft; l. bevoegde instanties: de administratieve of rechterlijke instanties die bevoegd zijn ter zake van liquidatieprocedures; m. toezichthoudende autoriteit: de instantie die in een lidstaat bij of krachtens de wet met het toezicht op het verzekeringsbedrijf is belast; n. curator: de curator of elke andere persoon of ander orgaan, aangewezen door de bevoegde instanties van een andere lidstaat dan Nederland of door een bestuursorgaan van de verzekeraar om de liquidatieprocedure uit te voeren; o. vordering uit hoofde van verzekering: de rechtstreekse vordering op de verzekeraar uit hoofde van een overeenkomst van verzekering of een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of beheer over collectieve pensioenfondsen als bedoeld onder punten 6 en 7 van de opsomming betreffende het bedrijf van levensverzekeraar in de Bijlage branches bij de Wet op het financieel toezicht; p. overnemer: degene die activa of passiva overneemt, degene die bereid is zulks te doen en degene die onderzoekt of hij daartoe bereid is; q. richtlijn solvabiliteit II: richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (herschikking) (PbEU 2009, L 335); r. moedermaatschappij: een moedermaatschappij als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
Uitleg in duidelijke taal
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
Dit betekent dat de hierna volgende definities gelden wanneer de termen in deze specifieke afdeling (Afdeling 11B) van de Faillissementswet worden gebruikt.
a. verzekeraar: een schadeverzekeraar of levensverzekeraar als bedoeld in onderdeel d, onderdeel e, onderscheidenlijk onderdeel f;
Dit onderdeel definieert de term 'verzekeraar'. Een 'verzekeraar' is een schadeverzekeraar (zoals omschreven in onderdeel d van dit artikel) of een levensverzekeraar (zoals omschreven in onderdeel e van dit artikel). De toevoeging 'onderscheidenlijk onderdeel f' betekent dat de definitie van herverzekeraar (zoals omschreven in onderdeel f van dit artikel) hier ook als een specifieke categorie onder de term 'verzekeraar' valt.
b. overeenkomst van schadeverzekering: een overeenkomst van schadeverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
Dit onderdeel definieert 'overeenkomst van schadeverzekering'. Het verwijst hiervoor naar de definitie van 'overeenkomst van schadeverzekering' zoals die is opgenomen in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
c. overeenkomst van levensverzekering: een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
Dit onderdeel definieert 'overeenkomst van levensverzekering'. Hiervoor wordt verwezen naar de definitie van 'overeenkomst van levensverzekering' die te vinden is in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
d. schadeverzekeraar: een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt;
Dit onderdeel definieert 'schadeverzekeraar'. Het is een schadeverzekeraar zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met de extra voorwaarde dat deze verzekeraar moet vallen onder de reikwijdte (het toepassingsgebied) van de richtlijn solvabiliteit II.
e. levensverzekeraar: een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt;
Dit onderdeel definieert 'levensverzekeraar'. Het betreft een levensverzekeraar zoals omschreven in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, en deze verzekeraar moet tevens vallen onder de reikwijdte (het toepassingsgebied) van de richtlijn solvabiliteit II.
f. herverzekeraar: een herverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die onder het toepassingsgebied van de richtlijn solvabiliteit II valt;
Dit onderdeel definieert 'herverzekeraar'. Dit is een herverzekeraar zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die bovendien onder de reikwijdte (het toepassingsgebied) van de richtlijn solvabiliteit II valt.
g. zetel: de plaats waar een verzekeraar of een moedermaatschappij van een verzekeraar volgens zijn of haar statuten of reglementen is gevestigd of, indien deze geen rechtspersoon is, de plaats waar die verzekeraar of die moedermaatschappij zijn of haar hoofdvestiging heeft;
Dit onderdeel definieert 'zetel'. De 'zetel' is de locatie waar een verzekeraar of de moedermaatschappij van een verzekeraar officieel gevestigd is volgens de statuten of reglementen. Als de verzekeraar of moedermaatschappij geen rechtspersoon is, dan is de zetel de plaats van de hoofdvestiging van die verzekeraar of moedermaatschappij.
h. bijkantoor: een duurzame aanwezigheid van een verzekeraar, met uitzondering van de zetel, beheerd door eigen personeel van de verzekeraar of door een zelfstandig persoon die is gemachtigd duurzaam voor de verzekeraar op te treden;
Dit onderdeel definieert 'bijkantoor'. Een 'bijkantoor' is een vaste, blijvende vestiging (duurzame aanwezigheid) van een verzekeraar, die niet de hoofdvestiging (zetel) is. Dit bijkantoor wordt geleid (beheerd) door eigen medewerkers (personeel) van de verzekeraar, of door een onafhankelijke persoon die de bevoegdheid (machtiging) heeft om langdurig (duurzaam) namens de verzekeraar te handelen.
i. liquidatieprocedure: een collectieve procedure, het faillissement daaronder begrepen, geopend in een lidstaat van de Europese Unie, die het te gelde maken van de activa van een verzekeraar en het op toepasselijke wijze verdelen van de opbrengst onder de schuldeisers, aandeelhouders of leden behelst, en die noodzakelijkerwijs een optreden van de administratieve of rechterlijke instanties van die lidstaat behelst, daaronder begrepen de collectieve procedure die wordt afgesloten met een gerechtelijk akkoord of een andere maatregel van dezelfde strekking, ongeacht of de procedure op insolventie berust en ongeacht of de procedure op eigen aangifte van de verzekeraar dan wel op verzoek van een ander is geopend;
Dit onderdeel definieert 'liquidatieprocedure'. Dit is een procedure die voor alle schuldeisers gezamenlijk geldt (collectieve procedure), waaronder ook faillissement valt. Deze procedure wordt gestart (geopend) in een lidstaat van de Europese Unie. Het doel is het verkopen (te gelde maken) van de bezittingen (activa) van een verzekeraar en het verdelen van de opbrengst onder schuldeisers, aandeelhouders of leden. Betrokkenheid van administratieve of gerechtelijke instanties van die lidstaat is vereist. Hieronder vallen ook procedures die eindigen met een gerechtelijk akkoord of vergelijkbare maatregel. Het maakt niet uit of de procedure is gebaseerd op insolventie, of is gestart op eigen initiatief van de verzekeraar of op verzoek van een ander.
j. lidstaat: een staat die lid is van de Europese Unie of een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de op 2 mei 1992 tot stand gekomen overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);
Dit onderdeel definieert 'lidstaat'. Een 'lidstaat' is een land dat lid is van de Europese Unie. Ook is het een land dat geen EU-lid is, maar wel partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 (gepubliceerd in Tractatenblad 1992, nummer 132).
k. lidstaat van herkomst: de lidstaat waar de verzekeraar zijn zetel heeft;
Dit onderdeel definieert 'lidstaat van herkomst'. Dit is de lidstaat (zoals gedefinieerd in onderdeel j) waar de verzekeraar zijn officiële vestigingsplaats (zetel, zoals gedefinieerd in onderdeel g) heeft.
l. bevoegde instanties: de administratieve of rechterlijke instanties die bevoegd zijn ter zake van liquidatieprocedures;
Dit onderdeel definieert 'bevoegde instanties'. Dit zijn de overheidsorganen (administratieve instanties) of gerechtelijke instanties die de bevoegdheid hebben met betrekking tot liquidatieprocedures (zoals gedefinieerd in onderdeel i).
m. toezichthoudende autoriteit: de instantie die in een lidstaat bij of krachtens de wet met het toezicht op het verzekeringsbedrijf is belast;
Dit onderdeel definieert 'toezichthoudende autoriteit'. Dit is de organisatie die in een lidstaat (zoals gedefinieerd in onderdeel j) door of op basis van de wet de taak heeft gekregen om toezicht te houden op verzekeringsbedrijven.
n. curator: de curator of elke andere persoon of ander orgaan, aangewezen door de bevoegde instanties van een andere lidstaat dan Nederland of door een bestuursorgaan van de verzekeraar om de liquidatieprocedure uit te voeren;
Dit onderdeel definieert 'curator'. Dit kan de formele curator zijn, of een andere persoon of orgaan. Deze moet zijn aangewezen door de bevoegde instanties (zie onderdeel l) van een andere lidstaat dan Nederland, óf door een bestuursorgaan van de verzekeraar zelf, met als taak het uitvoeren van de liquidatieprocedure (zie onderdeel i).
o. vordering uit hoofde van verzekering: de rechtstreekse vordering op de verzekeraar uit hoofde van een overeenkomst van verzekering of een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of beheer over collectieve pensioenfondsen als bedoeld onder punten 6 en 7 van de opsomming betreffende het bedrijf van levensverzekeraar in de Bijlage branches bij de Wet op het financieel toezicht;
Dit onderdeel definieert 'vordering uit hoofde van verzekering'. Dit is een directe claim op de verzekeraar die voortkomt uit een verzekeringsovereenkomst, een overeenkomst voor kapitalisatieverrichtingen, of het beheer van collectieve pensioenfondsen. Deze laatste twee moeten specifiek zijn zoals omschreven onder punten 6 en 7 van de lijst van activiteiten van een levensverzekeraar in de 'Bijlage branches' bij de Wet op het financieel toezicht.
p. overnemer: degene die activa of passiva overneemt, degene die bereid is zulks te doen en degene die onderzoekt of hij daartoe bereid is;
Dit onderdeel definieert 'overnemer'. Een 'overnemer' is een persoon of entiteit die bezittingen (activa) of schulden (passiva) overneemt. Het omvat ook degene die hiertoe bereid is of onderzoekt of hij daartoe bereid is.
q. richtlijn solvabiliteit II: richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (herschikking) (PbEU 2009, L 335);
Dit onderdeel definieert 'richtlijn solvabiliteit II'. Dit verwijst naar Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009. Deze richtlijn, bekend als Solvabiliteit II, betreft de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en herverzekeringsbedrijf. Het is een herschikking en is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie 2009, L 335.
r. moedermaatschappij: een moedermaatschappij als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
Dit onderdeel definieert 'moedermaatschappij'. Hiervoor wordt verwezen naar de definitie van 'moedermaatschappij' zoals die is opgenomen in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.