Artikel 184 (Verzet schuldeiser tegen uitdelingslijst)
1. Gedurende de in het vorige artikel genoemde termijn kan ieder schuldeiser in verzet komen tegen de uitdelingslijst, door inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt door de griffier een bewijs van ontvangst afgegeven.
2. Het bezwaarschrift wordt als bijlage bij de lijst gevoegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Gedurende de in het vorige artikel genoemde termijn kan ieder schuldeiser in verzet komen tegen de uitdelingslijst, door inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt door de griffier een bewijs van ontvangst afgegeven.
Dit betekent dat binnen de termijn die in het voorgaande artikel is vastgesteld, iedere schuldeiser de mogelijkheid heeft om bezwaar aan te tekenen (in verzet te komen) tegen de voorgestelde uitdelingslijst. Dit bezwaar moet de vorm hebben van een bezwaarschrift waarin de redenen voor het verzet zijn opgenomen (met redenen omkleed) en moet worden ingediend bij de griffie. De schuldeiser ontvangt van de griffier een bewijs dat het bezwaarschrift is ontvangen.
2. Het bezwaarschrift wordt als bijlage bij de lijst gevoegd.
Dit houdt in dat het ingediende bezwaarschrift als een aanvullend document (bijlage) wordt toegevoegd aan de uitdelingslijst.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1404
ECLI:NL:HR:2017:2808
ECLI:NL:HR:2020:1892 - Verrekening na uitwinning bankgarantie leidt niet tot boedelschuld
De Hoge Raad oordeelt dat een onjuiste interpretatie van een arbitraal vonnis leidde tot de verkeerde conclusie dat een faillissementsboedel ongerechtvaardigd was verrijkt. De verrekening van vorderingen, waarbij een uitgewonnen bankgarantie werd meegenomen, leidt niet tot een boedelschuld voor de derde-garantsteller.