Artikel 182 (Algemene faillissementskosten omslag en uitzonderingen)
1. De algemene faillissementskosten worden omgeslagen over ieder deel van de boedel, met uitzondering van hetgeen na een executie overeenkomstig artikel 57 of artikel 60, derde lid, tweede zin, toekomt aan de pand- of hypotheekhouders, aan de schuldeisers met retentierecht en aan de beperkt gerechtigden, huurders en pachters wier recht door de executie is vervallen of verloren gegaan, maar met inbegrip van hetgeen krachtens een zodanige executie aan de curator is uitgekeerd ten behoeve van een schuldeiser die boven een of meer van voormelde personen bevoorrecht was.
2. De in het vorige lid genoemde uitzondering geldt eveneens ten aanzien van luchtvaartuigen, welke overeenkomstig de bepaling van artikel 59a door een schuldeiser zelf zijn verkocht.
Uitleg in duidelijke taal
1. De algemene faillissementskosten worden omgeslagen over ieder deel van de boedel, met uitzondering van hetgeen na een executie overeenkomstig artikel 57 of artikel 60, derde lid, tweede zin, toekomt aan de pand- of hypotheekhouders, aan de schuldeisers met retentierecht en aan de beperkt gerechtigden, huurders en pachters wier recht door de executie is vervallen of verloren gegaan, maar met inbegrip van hetgeen krachtens een zodanige executie aan de curator is uitgekeerd ten behoeve van een schuldeiser die boven een of meer van voormelde personen bevoorrecht was.
Dit lid bepaalt dat de algemene faillissementskosten
worden verdeeld (omgeslagen
) over ieder deel van de boedel
. Hierop geldt een uitzondering
: het deel dat na een executie overeenkomstig artikel 57 of artikel 60, derde lid, tweede zin
, toekomt aan
de pand- of hypotheekhouders
, de schuldeisers met retentierecht
, en de beperkt gerechtigden
, huurders en pachters wier recht door de executie is vervallen of verloren gegaan
, wordt niet meegerekend voor de omslag van deze kosten. Een belangrijke toevoeging is dat dit met inbegrip
is van het bedrag dat krachtens een zodanige executie
aan de curator is uitgekeerd
ten behoeve van een schuldeiser die boven een of meer van voormelde personen bevoorrecht was
. Dit deel valt dus wél onder de omslag van de algemene faillissementskosten.
2. De in het vorige lid genoemde uitzondering geldt eveneens ten aanzien van luchtvaartuigen, welke overeenkomstig de bepaling van artikel 59a door een schuldeiser zelf zijn verkocht.
Dit lid stelt dat de in het vorige lid genoemde uitzondering
ook (eveneens
) geldt
ten aanzien van luchtvaartuigen
. Dit betreft luchtvaartuigen
, welke overeenkomstig de bepaling van artikel 59a
door een schuldeiser zelf zijn verkocht
. De opbrengst van de verkoop van dergelijke luchtvaartuigen valt dus ook buiten de omslag van de algemene faillissementskosten, onder de voorwaarden van de uitzondering.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1995:ZC1641
ECLI:NL:HR:2016:665 - Pandrecht voor boedelhuur prevaleert boven bodemvoorrecht van de fiscus
Een voor faillissement gevestigd pandrecht strekt ook tot zekerheid van na faillissement ontstane huurvorderingen (boedelschulden ex art. 39 Fw). De pandhouder kan zich hierop verhalen, zonder dat de curator de opbrengst kan opeisen ten behoeve van het bodemvoorrecht van de fiscus op een faillissementsvordering.