Faillissementswet

1. Het vonnis van faillietverklaring houdt in de benoeming van een of meer leden van de rechtbank tot rechter-commissaris in het faillissement, en de aanstelling van een of meer curators. De rechter die de faillietverklaring uitspreekt, geeft in de uitspraak tevens last aan de curator tot het openen van aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen. De rechtbank vermeldt op het vonnis het tijdstip van de faillietverklaring tot op de minuut nauwkeurig.

Dit betekent dat het officiële besluit (vonnis) waarmee iemand failliet wordt verklaard, de benoeming van een rechter-commissaris (een rechter die toezicht houdt op het faillissement) en de aanstelling van een of meer curators (personen die het faillissement afwikkelen) omvat. De rechter die het faillissement uitspreekt, geeft de curator in dezelfde uitspraak ook de opdracht (last) om brieven en telegrammen die aan de failliete persoon of onderneming (gefailleerde) zijn gericht, te openen. De rechtbank moet op het vonnis het precieze tijdstip van de faillietverklaring, tot op de minuut, vermelden.

2. Van de faillietverklaring wordt door de griffier onverwijld kennis gegeven aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de Postwet 2009. In de kennisgeving wordt melding gemaakt van de in het vorige lid bedoelde last.

Dit houdt in dat de griffier (administratief medewerker van de rechtbank) direct (onverwijld) de postbedrijven die de universele postdienst verzorgen en andere geregistreerde postbedrijven (zoals genoemd in de Postwet 2009) moet informeren over de faillietverklaring. In deze mededeling (kennisgeving) moet ook de opdracht aan de curator om post te openen, zoals genoemd in het eerste lid, worden vermeld.

3. Een uittreksel uit het vonnis van faillietverklaring, houdende vermelding van de naam, de woonplaats of het kantoor en het beroep van de gefailleerde, van de naam van de rechter-commissaris, van de naam en de woonplaats of het kantoor des curators, van de dag der uitspraak, alsmede van de naam, het beroep en de woonplaats of het kantoor van ieder lid der voorlopige commissie uit de schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt door de curator onverwijld geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant.

Dit betekent dat de curator direct (onverwijld) een samenvatting (uittreksel) van het faillissementsvonnis moet publiceren in de Nederlandsche Staatscourant (het officiële publicatieblad van de Nederlandse overheid). Dit uittreksel moet de volgende informatie bevatten: naam, woonplaats of kantooradres en beroep van de failliete persoon of onderneming (gefailleerde); naam van de rechter-commissaris; naam en woonplaats of kantooradres van de curator; de datum van de uitspraak; en, indien van toepassing, de naam, het beroep en de woonplaats of het kantooradres van elk lid van een eventueel benoemde voorlopige commissie van schuldeisers.

4. Op verzoek van een insolventiefunctionaris of een schuldenaar als bedoeld in artikel 2, onder 3 en 5, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening geeft de griffier van de rechtbank Den Haag onverwijld in de Staatscourant kennis van de in artikel 28 van die verordening bedoelde gegevens. Een zodanige kennisgeving vindt in elk geval plaats wanneer de schuldenaar in Nederland een vestiging heeft in de zin van artikel 2, onder 10, van de in de eerste zin bedoelde verordening. De gegevens, bedoeld in de eerste zin, worden aan de griffier verstrekt in de Nederlandse, Engelse, Duitse of Franse taal.

Dit houdt in dat als een insolventiefunctionaris (bijvoorbeeld een curator in een ander EU-land) of een schuldenaar (zoals gedefinieerd in een specifieke EU-verordening) daarom verzoekt, de griffier van de rechtbank Den Haag direct (onverwijld) bepaalde gegevens (zoals bedoeld in artikel 28 van die EU-verordening) in de Staatscourant moet publiceren. Deze publicatie (kennisgeving) moet in ieder geval gebeuren als de schuldenaar een vestiging in Nederland heeft (volgens de definitie in diezelfde EU-verordening). De benodigde gegevens kunnen in het Nederlands, Engels, Duits of Frans aan de griffier worden verstrekt.

5. De rechtbank stelt op grond van het eerste lid een curator aan die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de aanstelling:

Dit betekent dat de rechtbank, op basis van wat in het eerste lid is bepaald, een curator moet aanstellen die goed (adequaat) is opgeleid en de noodzakelijke (vereiste) kennis en vaardigheden (deskundigheid) heeft om zijn taken uit te voeren. Bij deze aanstelling moet de rechtbank het volgende in acht nemen: