Artikel 138 (Bevoegdheid gefailleerde aanbieden akkoord)
De gefailleerde is bevoegd aan zijn gezamenlijke schuldeisers een akkoord aan te bieden. De gefailleerde mist deze bevoegdheid indien de curator een overeenkomst als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten en bij de rechter een verzoek als bedoeld in dit lid is ingediend, tenzij onherroepelijk vaststaat dat dit verzoek niet tot toewijzing zal leiden. Indien de gefailleerde overeenkomstig artikel 139 een ontwerp van een akkoord ter griffie van de rechtbank heeft neergelegd, kan geen verzoek als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek worden ingediend, tenzij het akkoord is verworpen, de homologatie van het akkoord onherroepelijk is geweigerd of door de rechter de ontbinding van het akkoord is uitgesproken.
Uitleg in duidelijke taal
De gefailleerde is bevoegd aan zijn gezamenlijke schuldeisers een akkoord aan te bieden. De gefailleerde mist deze bevoegdheid indien de curator een overeenkomst als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten en bij de rechter een verzoek als bedoeld in dit lid is ingediend, tenzij onherroepelijk vaststaat dat dit verzoek niet tot toewijzing zal leiden. Indien de gefailleerde overeenkomstig artikel 139 een ontwerp van een akkoord ter griffie van de rechtbank heeft neergelegd, kan geen verzoek als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek worden ingediend, tenzij het akkoord is verworpen, de homologatie van het akkoord onherroepelijk is geweigerd of door de rechter de ontbinding van het akkoord is uitgesproken.
gefailleerde
in beginsel bevoegd
is om aan zijn gezamenlijke schuldeisers
een akkoord aan te bieden
.
Deze bevoegdheid
mist
de gefailleerde
echter indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan: ten eerste, de curator
heeft een overeenkomst als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
gesloten, en ten tweede, er is bij de rechter
een verzoek als bedoeld in dit lid ingediend
. Deze beperking geldt niet (tenzij
) wanneer onherroepelijk vaststaat
dat dit verzoek niet tot toewijzing zal leiden
.
Verder bepaalt het artikel dat indien de gefailleerde
overeenkomstig artikel 139
een ontwerp van een akkoord ter griffie van de rechtbank heeft neergelegd
, er geen verzoek als bedoeld in artikel 907, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
meer kan worden ingediend
. Deze blokkering van het indienen van zo'n verzoek geldt niet meer (tenzij
) in een van de volgende gevallen:
het akkoord is verworpen
;- de
homologatie van het akkoord onherroepelijk is geweigerd
; of door de rechter de ontbinding van het akkoord is uitgesproken
.