Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Vijfde afdeling. Van de verificatie der schuldvorderingen
Artikel 127

Artikel 127 (Termijn indiening vorderingen verificatie)

Laatste versie

1. Vorderingen worden uiterlijk veertien dagen voor de dag van de eerste verificatievergadering, bedoeld in artikel 108, ingediend bij de curator, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

2. De rechter-commissaris kan, na raadpleging van de curator en na afweging van de gerechtvaardigde belangen van de gezamenlijke schuldeisers, bepalen dat de in het eerste lid bedoelde termijn wordt aangepast. Artikel 109 is van overeenkomstige toepassing op deze beschikking.

3. Een vordering ingediend na de dag, bedoeld in het eerste lid, wordt niet voor verificatie in behandeling genomen.

4. De uiterste dag waarop de vorderingen worden ingediend, wordt door de griffier ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19.

Uitleg in duidelijke taal

1. Vorderingen worden uiterlijk veertien dagen voor de dag van de eerste verificatievergadering, bedoeld in artikel 108, ingediend bij de curator, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

Dit lid stelt dat vorderingen uiterlijk veertien dagen vóór de dag van de eerste verificatievergadering, zoals bedoeld in artikel 108, moeten worden ingediend bij de curator, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

2. De rechter-commissaris kan, na raadpleging van de curator en na afweging van de gerechtvaardigde belangen van de gezamenlijke schuldeisers, bepalen dat de in het eerste lid bedoelde termijn wordt aangepast. Artikel 109 is van overeenkomstige toepassing op deze beschikking.

Dit lid geeft aan dat de rechter-commissaris, nadat hij de curator heeft geraadpleegd en de gerechtvaardigde belangen van de gezamenlijke schuldeisers heeft afgewogen, kan besluiten de in het eerste lid genoemde termijn aan te passen. Op deze beslissing (beschikking) is artikel 109 op overeenkomstige wijze van toepassing.

3. Een vordering ingediend na de dag, bedoeld in het eerste lid, wordt niet voor verificatie in behandeling genomen.

Dit lid bepaalt dat een vordering die wordt ingediend na de in het eerste lid genoemde dag, niet in behandeling wordt genomen voor verificatie.

4. De uiterste dag waarop de vorderingen worden ingediend, wordt door de griffier ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19.

Dit lid schrijft voor dat de griffier de uiterste dag waarop de vorderingen moeten worden ingediend, inschrijft in het register dat in artikel 19 wordt bedoeld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:112 - Faillissementsakkoord bindt Staat ook bij niet-ingediende ontnemingsvordering - 1 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:1121 februari 2021Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een gehomologeerd faillissementsakkoord is op grond van artikel 157 Fw verbindend voor de Staat met een ontnemingsvordering, ook als de Staat deze vordering niet heeft ingediend. De resterende vordering wordt een niet-afdwingbare natuurlijke verbintenis.

Civiel RechtInsolventierecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3464 - Curator mag vorderingen niet ambtshalve ter verificatie aanmelden - 27 november 2014

ECLI:NL:HR:2014:346427 november 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De curator kan niet op eigen gezag schuldvorderingen op de lijst van voorlopig erkende vorderingen plaatsen. Art. 110 Fw vereist dat de schuldeiser zelf zijn vordering indient. De gefailleerde heeft een rechtens te respecteren belang om op te komen tegen deze onjuiste handelwijze.

Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BN8529 - Verificatie verzuimde vordering in faillissement via bezemvergadering of verzet - 18 november 2010

ECLI:NL:HR:2010:BN852918 november 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een tijdig ingediende maar vergeten vordering kan op een latere 'bezemvergadering' (art. 178 Fw) worden geverifieerd. De Hoge Raad oordeelt dat dit uit praktische overwegingen is toegestaan, naast de mogelijkheid van verzet tegen de uitdelingslijst, om onwenselijke vertraging van het faillissement te voorkomen.