Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Vijfde afdeling. Van de verificatie der schuldvorderingen
Artikel 111

Artikel 111 (Bevoegdheden curator bij verificatie schuldvorderingen)

Laatste versie

De curator toetst de ingezonden rekeningen aan de administratie en opgaven van de gefailleerde, treedt, als hij tegen de toelating ener vordering bezwaar heeft, met de schuldeiser in overleg, en is bevoegd van deze overlegging van ontbrekende stukken alsook inzage van zijn administratie en van de oorspronkelijke bewijsstukken te vorderen.

Uitleg in duidelijke taal

De curator toetst de ingezonden rekeningen aan de administratie en opgaven van de gefailleerde, treedt, als hij tegen de toelating ener vordering bezwaar heeft, met de schuldeiser in overleg, en is bevoegd van deze overlegging van ontbrekende stukken alsook inzage van zijn administratie en van de oorspronkelijke bewijsstukken te vorderen.

Dit artikel bepaalt dat de curator de taak heeft om de ingezonden rekeningen te toetsen aan de administratie en de opgaven die afkomstig zijn van de gefailleerde. Wanneer de curator bezwaar heeft tegen de toelating van een bepaalde vordering, dan treedt hij hierover in overleg met de desbetreffende schuldeiser. Bovendien is de curator bevoegd om van deze schuldeiser te vorderen dat ontbrekende stukken worden overgelegd. De curator mag eveneens inzage vorderen in de administratie van de schuldeiser en in de oorspronkelijke bewijsstukken.