Artikel 106c (Bestuursverbod procedure informatie zienswijze maatregelen)
1. Bij een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod wordt een uittreksel uit het Handelsregister overgelegd van de overige rechtspersonen, bedoeld in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de betrokkene bestuurder of commissaris is. De Kamer van Koophandel verstrekt dit uittreksel op verzoek van de curator of het openbaar ministerie.
2. De rechtbank stelt de in het vorige lid bedoelde rechtspersonen in de gelegenheid om hun zienswijze over het gevraagde bestuursverbod en de mogelijke gevolgen daarvan naar voren te brengen. Daarbij kunnen zij niet worden vertegenwoordigd door de bestuurder jegens wie een bestuursverbod is gevorderd of verzocht, tenzij deze de enige bestuurder van de betrokken rechtspersoon is.
3. Indien een bestuursverbod ertoe leidt dat een rechtspersoon zonder bestuurder of commissaris komt te verkeren, kan de rechtbank overgaan tot de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen wier bezoldiging door de rechtbank wordt vastgesteld en voor rekening van de rechtspersoon komt.
4. De rechtbank bij wie een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod aanhangig is, kan de desbetreffende bestuurder of commissaris op verzoek van het openbaar ministerie of op vordering van de curator schorsen en zo nodig voorzien in de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen.
5. De schorsing en de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen kan in elke stand van het geding worden verzocht of gevorderd. Zij gelden voor ten hoogste de duur van het geding.
6. De schorsing of de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen wordt, voor de duur van de schorsing of tijdelijke aanstelling, ingeschreven bij het Handelsregister.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod wordt een uittreksel uit het Handelsregister overgelegd van de overige rechtspersonen, bedoeld in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de betrokkene bestuurder of commissaris is. De Kamer van Koophandel verstrekt dit uittreksel op verzoek van de curator of het openbaar ministerie.
Dit betekent letterlijk: Wanneer een verzoek of een vordering wordt ingediend om een bestuursverbod op te leggen, dient een uittreksel uit het Handelsregister te worden overgelegd. Dit uittreksel heeft betrekking op de overige rechtspersonen, zoals omschreven in artikel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de persoon in kwestie bestuurder of commissaris is. De Kamer van Koophandel levert dit uittreksel als de curator of het openbaar ministerie daarom verzoekt.
2. De rechtbank stelt de in het vorige lid bedoelde rechtspersonen in de gelegenheid om hun zienswijze over het gevraagde bestuursverbod en de mogelijke gevolgen daarvan naar voren te brengen. Daarbij kunnen zij niet worden vertegenwoordigd door de bestuurder jegens wie een bestuursverbod is gevorderd of verzocht, tenzij deze de enige bestuurder van de betrokken rechtspersoon is.
Dit betekent letterlijk: De rechtbank biedt de in het voorgaande lid genoemde rechtspersonen de mogelijkheid om hun standpunt (zienswijze) kenbaar te maken met betrekking tot het verzochte bestuursverbod en de eventuele consequenties daarvan. Bij het naar voren brengen van hun zienswijze mogen deze rechtspersonen niet worden vertegenwoordigd door de bestuurder tegen wie het bestuursverbod is gevorderd of verzocht, tenzij deze bestuurder de enige bestuurder is van de desbetreffende rechtspersoon.
3. Indien een bestuursverbod ertoe leidt dat een rechtspersoon zonder bestuurder of commissaris komt te verkeren, kan de rechtbank overgaan tot de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen wier bezoldiging door de rechtbank wordt vastgesteld en voor rekening van de rechtspersoon komt.
Dit betekent letterlijk: Als een opgelegd bestuursverbod tot gevolg heeft dat een rechtspersoon geen bestuurder of commissaris meer heeft, heeft de rechtbank de bevoegdheid om over te gaan tot de tijdelijke benoeming van een of meer bestuurders of commissarissen. De vergoeding (bezoldiging) van deze tijdelijk aangestelde functionarissen wordt door de rechtbank vastgesteld en de kosten hiervan komen voor rekening van de betreffende rechtspersoon.
4. De rechtbank bij wie een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod aanhangig is, kan de desbetreffende bestuurder of commissaris op verzoek van het openbaar ministerie of op vordering van de curator schorsen en zo nodig voorzien in de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen.
Dit betekent letterlijk: De rechtbank waar een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod in behandeling is (aanhangig is), kan de betreffende bestuurder of commissaris schorsen. Dit kan gebeuren op verzoek van het openbaar ministerie of op vordering van de curator. Indien de rechtbank dit noodzakelijk acht, kan zij ook voorzien in de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen.
5. De schorsing en de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen kan in elke stand van het geding worden verzocht of gevorderd. Zij gelden voor ten hoogste de duur van het geding.
Dit betekent letterlijk: Een verzoek of vordering tot schorsing en tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen kan op elk moment gedurende de juridische procedure (in elke stand van het geding) worden ingediend. De schorsing en de tijdelijke aanstelling zijn geldig voor maximaal de duur van deze juridische procedure.
6. De schorsing of de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen wordt, voor de duur van de schorsing of tijdelijke aanstelling, ingeschreven bij het Handelsregister.
Dit betekent letterlijk: De schorsing of de tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen wordt, voor de periode dat de schorsing of tijdelijke aanstelling van kracht is, geregistreerd (ingeschreven) bij het Handelsregister.