Artikel 354 (Uitspraak tekortkoming verplichtingen schuldsanering)
1. Op de dag van de zitting, of anders uiterlijk op de achtste dag daarna, doet de rechtbank bij vonnis uitspraak of de schuldenaar in de nakoming van een of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten en, indien er sprake is van een tekortkoming, of deze aan de schuldenaar kan worden toegerekend.
2. Ingeval van een toerekenbare tekortkoming, kan de rechter daarbij bepalen dat de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, buiten beschouwing blijft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Op de dag van de zitting, of anders uiterlijk op de achtste dag daarna, doet de rechtbank bij vonnis uitspraak of de schuldenaar in de nakoming van een of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten en, indien er sprake is van een tekortkoming, of deze aan de schuldenaar kan worden toegerekend.
Dit lid schrijft voor dat de rechtbank, op de dag van de zitting of uiterlijk acht dagen daarna, bij vonnis een uitspraak doet. Deze uitspraak betreft de vraag of de schuldenaar tekortgeschoten is in de nakoming van een of meer verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling. Indien er sprake is van een tekortkoming, oordeelt de rechtbank tevens of deze tekortkoming aan de schuldenaar kan worden toegerekend.
2. Ingeval van een toerekenbare tekortkoming, kan de rechter daarbij bepalen dat de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, buiten beschouwing blijft.
Dit lid bepaalt dat, in het geval van een toerekenbare tekortkoming, de rechter de mogelijkheid heeft om te beslissen dat de tekortkoming buiten beschouwing blijft. Dit kan de rechter doen indien de tekortkoming, vanwege haar bijzondere aard of geringe betekenis, een dergelijke beslissing rechtvaardigt.