Artikel 328b (Late verificatie vorderingen schuldsanering)
1. Vorderingen, na afloop van de in artikel 289, derde lid, genoemde termijn, doch uiterlijk twee dagen vóór de dag waarop de verificatievergadering zal worden gehouden bij de bewindvoerder ingediend, worden op daartoe ter vergadering gedaan verzoek geverifieerd, indien noch de bewindvoerder noch een van de aanwezige schuldeisers daartegen bezwaar maakt.
2. Vorderingen, ingediend na het in het eerste lid genoemde tijdstip, worden niet geverifieerd.
3. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet toepasselijk, indien de schuldeiser buiten het Rijk in Europa woont en daardoor verhinderd was zich eerder aan te melden.
4. In geval van bezwaar, zoals in het eerste lid bedoeld, of van verhindering, zoals in het derde lid bedoeld, beslist de rechter-commissaris na raadpleging van de verificatievergadering.
Uitleg in duidelijke taal
1. Vorderingen, na afloop van de in artikel 289, derde lid, genoemde termijn, doch uiterlijk twee dagen vóór de dag waarop de verificatievergadering zal worden gehouden bij de bewindvoerder ingediend, worden op daartoe ter vergadering gedaan verzoek geverifieerd, indien noch de bewindvoerder noch een van de aanwezige schuldeisers daartegen bezwaar maakt.
Dit lid bepaalt dat vorderingen die bij de bewindvoerder zijn ingediend na afloop van de termijn genoemd in artikel 289, derde lid, maar wel uiterlijk twee dagen vóór de dag van de verificatievergadering, op verzoek ter vergadering worden geverifieerd. Dit gebeurt alleen indien noch de bewindvoerder, noch een van de aanwezige schuldeisers hiertegen bezwaar maakt.
2. Vorderingen, ingediend na het in het eerste lid genoemde tijdstip, worden niet geverifieerd.
Dit lid stelt dat vorderingen die zijn ingediend na het tijdstip dat in het eerste lid is genoemd (dus later dan twee dagen vóór de verificatievergadering), niet worden geverifieerd.
3. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet toepasselijk, indien de schuldeiser buiten het Rijk in Europa woont en daardoor verhinderd was zich eerder aan te melden.
Dit lid geeft aan dat de regels uit het eerste en tweede lid niet gelden als de schuldeiser buiten het Rijk in Europa woont en hierdoor verhinderd was om zijn vordering eerder aan te melden.
4. In geval van bezwaar, zoals in het eerste lid bedoeld, of van verhindering, zoals in het derde lid bedoeld, beslist de rechter-commissaris na raadpleging van de verificatievergadering.
Dit lid bepaalt dat als er sprake is van een bezwaar zoals bedoeld in het eerste lid (tegen de late verificatie), of van een verhindering zoals bedoeld in het derde lid (schuldeiser woont buiten het Rijk in Europa en was verhinderd), de rechter-commissaris hierover beslist. Deze beslissing wordt genomen nadat de verificatievergadering is geraadpleegd.