Artikel 137a (Vereenvoudigde faillissementsafwikkeling onvoldoende baten)
1. Indien aannemelijk is dat de beschikbare baten niet voldoende zijn om daaruit de concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, kan de rechter-commissaris op verzoek van de curator dan wel ambtshalve bepalen dat afhandeling van concurrente vorderingen achterwege blijft en dat geen verificatievergadering wordt gehouden.
2. De curator geeft van de in het eerste lid bedoelde beschikking onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers schriftelijk kennis en doet daarvan aankondiging in de Staatscourant.
3. Ingeval de in het eerste lid bedoelde beschikking is gegeven, is deze afdeling van toepassing. De vijfde afdeling vindt geen toepassing. Op niet-concurrente vorderingen zijn de artikelen 128 tot en met 136 van de vijfde afdeling van overeenkomstige toepassing. De zesde en de zevende afdeling vinden geen toepassing, tenzij hierna anders is bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien aannemelijk is dat de beschikbare baten niet voldoende zijn om daaruit de concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, kan de rechter-commissaris op verzoek van de curator dan wel ambtshalve bepalen dat afhandeling van concurrente vorderingen achterwege blijft en dat geen verificatievergadering wordt gehouden.
Dit betekent dat als het waarschijnlijk is (aannemelijk is) dat de beschikbare baten niet genoeg zijn om de concurrente vorderingen volledig of voor een deel te betalen, de rechter-commissaris kan besluiten dat de afhandeling van concurrente vorderingen stopt en er geen verificatievergadering komt. Dit besluit kan de rechter-commissaris nemen op verzoek van de curator of uit eigen beweging (ambtshalve).
2. De curator geeft van de in het eerste lid bedoelde beschikking onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers schriftelijk kennis en doet daarvan aankondiging in de Staatscourant.
Dit houdt in dat de curator alle bekende schuldeisers direct schriftelijk op de hoogte moet stellen van de beslissing die in het eerste lid is genoemd. Ook moet de curator deze beslissing aankondigen in de Staatscourant.
3. Ingeval de in het eerste lid bedoelde beschikking is gegeven, is deze afdeling van toepassing. De vijfde afdeling vindt geen toepassing. Op niet-concurrente vorderingen zijn de artikelen 128 tot en met 136 van de vijfde afdeling van overeenkomstige toepassing. De zesde en de zevende afdeling vinden geen toepassing, tenzij hierna anders is bepaald.
Dit betekent dat wanneer de beslissing zoals genoemd in het eerste lid is genomen, de regels van deze afdeling (Vijfde afdeling A) gelden. De vijfde afdeling (over de verificatie van schuldvorderingen) is dan niet van toepassing. Voor niet-concurrente vorderingen gelden de artikelen 128 tot en met 136 van de vijfde afdeling echter wel op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing). De zesde afdeling (van het akkoord) en de zevende afdeling (van de vereffening en de verdeling) zijn niet van toepassing, tenzij in dit artikel anders is aangegeven.