Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Vijfde afdeling. Van de verificatie der schuldvorderingen
Artikel 128

Artikel 128 (Verificatie interesten na faillietverklaring)

Laatste versie

Interesten, na de faillietverklaring lopende, kunnen niet geverifieerd worden, tenzij door pand of hypotheek gedekt. In dit geval worden zij pro memorie geverifieerd. Voorzover de interesten op de opbrengst van het onderpand niet batig gerangschikt worden, kan de schuldeiser uit deze verificatie geen rechten ontlenen.

Uitleg in duidelijke taal

Interesten, na de faillietverklaring lopende, kunnen niet geverifieerd worden, tenzij door pand of hypotheek gedekt. In dit geval worden zij pro memorie geverifieerd. Voorzover de interesten op de opbrengst van het onderpand niet batig gerangschikt worden, kan de schuldeiser uit deze verificatie geen rechten ontlenen.

Dit artikel bepaalt dat interesten die zijn opgelopen na de datum van de faillietverklaring, in beginsel niet kunnen worden geverifieerd als schuldvordering. Een uitzondering geldt voor interesten die gedekt zijn door een pandrecht of een hypotheekrecht; deze worden 'pro memorie' geverifieerd. Dit betekent dat ze voorlopig worden genoteerd. Echter, als de opbrengst van het pand of de hypotheek (het onderpand) niet voldoende is om deze interesten te dekken (dat wil zeggen, ze worden niet 'batig gerangschikt' op die opbrengst), dan kan de schuldeiser uit deze pro memorie verificatie geen rechten doen gelden voor het ongedekte deel van de interesten.